Van tocht thuis uit naar de Paul Kruger Gate in Zuid Afrika duurt bijna 24 uur. Vanaf Amersfoort respectievelijk Dorst zitten wij achtereenvolgens een uur in een Sprinter van de NS naar Schiphol, ruim 4 uur in de veiligheidsgordels van een Boeing naar de hoofdstad van Egypte, enkele uren ‘in de wacht’ op op de sinds kort vernieuwde luchthaven van Caïro en dan nog eens ruim 8 uur in het luchtruim met bestemming Zuid-Afrika. Na in totaal ruim 18 uur de frisse buitenlucht ontbeerd te hebben arriveren we in de voormiddag op O R Tambo Tambo Johannesburg International Airport.
Even de benen strekken op de luchthaven dat is een verademing, aangenaam maar van korte duur. Niet veel later zitten we in de riemen van een comfortabele Toyota. We hebben nog ruim 450 km in onze gehuurde Toyota Advanza voor de boeg. Prachtige Zuid Afrikaanse natuur, dat wel! Op die prachtig aangelegde Zuid Afrikaanse wegen – allemaal opgeknapt voor de wereldkampioenschappen voetbal – heb ik echter op weg naar het Krugerpark serieus moeite om mijn ogen open te houden. Marjo wijst mij onophoudelijk op inheemse huisrunderen, die links en rechts van de wegen grazen. Voor mij zijn het kleurrijke ‘exoten’, die in mijn ‘Hollandse’ visie in een dierentuin op zijn plaats zijn. We zien koereigers, nijlganzen en verkeersborden, die ons waarschuwen voor overstekende nijlpaarden! Zo gaat dat hier.
Mijn interesse is er wel, maar mijn fysiek werkt niet helemaal mee. Marjo’s tactiek om zelf wakker te blijven is praten, praten en nog eens praten. En dat houdt mij dan ook weer wakker.
Ik schiet overeind wanneer het Mbombela stadion, het Giraffestadion van Nelspruit, in het zicht komt langs de snelweg naar Johannesburg. Het is een opvallende en fraaie erfenis van het WK-voetbal van 2010 met 44.000 zitplaatsen. Hier zijn tijdens de wereldkampioenschappen voetbal vier poulewedstrijden gespeeld. Achttien giraffen ondersteunen de overkapping en geven het stadion hun identiteit. We nemen even de tijd om het stadion van dichterbij te bekijken. We mogen zonder begeleiding verder door lopen naar binnen, waar het opvallend leeg is. In de tribunes is een zebra-motief verwerkt. Met het wilde dieren thema past de architectuur fantastisch in de omgeving en zijn de decoratieve giraffekoppen nu al een landmark van de stad. Het stadion wordt nu gebruikt voor lokale voetbalwedstrijden en muziekfestivals horen we van de vriendelijke bewaker aan de poort.
Langs de snelweg liggen de bekende door Nelson Mandela geïnitieerde hardstenen township-huizen met privé waterleiding, toilet en stroomvoorzieningen. Ze zijn gebouwd om de armoedige golfplaten nederzettingen zonder water of stroom te vervangen. Wanneer we van de snelweg af zijn wordt het decor ‘Afikaanser’, dat wil zeggen zoals ik me ‘Afrika’ voorstel. We rijden door de locale woongebieden met eenvoudige behuizing langs de slecht onderhouden weg en veel kinderen buiten. De kleine huisjes, opgetrokken in grijze baksteen staan op verharde zandgrond en herbergen vaak grote gezinnen.
Wanneer we dichter in de buurt van het Krugerpark komen, zien we een nieuwe, ruimer opgezette woonwijk. Hier wonen gezinnen met mensen, die een betaalde baan hebben. Veel van hen werken in het aangrenzende Krugerpark. We brengen een bezoekje aan de ‘Afrikaanse familie’ van Marjo en Liesbeth in een van die dorpjes. Daar staat een huis in aanbouw, waar Elina met haar gezin woont. Zij beheert als medewerkster van het Krugerpark de campingsite bij Mooiplaas. Marjo en Liesbeth hebben haar en haar gezin jaren geleden leren kennen en telkens wanneer zij naar het Krugerpark gaan wordt Elina en haar familie bezocht. Ook deze keer is de ontmoeting aller hartelijkst. De wederwaardigheden van de familie worden besproken en er wordt gekeken naar hoe het met het huis staat. De bouw is bewoonbaar. Alleen het dak is nog provisorisch. Er worden plannen gemaakt voor een degelijke dakbedekking met dakpannen. Aan de bouw van ’t huis dragen Marjo en Liesbeth financieel een steen(tje) bij.
Dan rijden we door naar de Paul Kruger Gate, waar ook het Protea Hotel ligt dat we voor één nacht geboekt hebben. Hier dringt de rust en de de aangename stilte van de natuur in alle weldadigheid diep door tot in de poriën van onze transpirerende lijven. Wij worden ontvangen in een prachtige, van lokaal hout opgetrokken, laagbouw-lodge met geurende tuinen, waarin groene meerkatten ( een dartel apensoort ) vrolijk in het rond springen. Na een verfrissende douche en een koene plons in het zwembad vallen wij vermoeid van lijf en leden op de ligbedden aan de rand van het zwembad in slaap. De Afrikaanse zon jaagt de temperatuur op naar de 30 graden. De warme rode aarde en de geurige bloemenpracht stellen ons direct op ons gemak. Een probaat middel tegen een jetlag! Ik voel me bevoorrecht.
Aan het begin van de avond schuiven we aan in een open-lucht ‘Lapa’, Afrikaans voor een buitenplaats met open vuur. We genieten van een fantastisch buffet onder de open Afrikaans sterrenhemel, met een keur aan exotisch fruit en vlees van de ‘braai’, het Zuid Afrikaanse equivalent voor de BBQ. In de bar op een open zwarthouten veranda vind ik na het eten een computer om aan deze blog te werken. Even later ontmoeten wij een Engelsman die, tot mijn grote verbazing, op zijn gemak aan de bar met zijn laptop op internet zit te surfen. Ik ben reuze benieuwd hoe hij dat doet. Het zou voor mij dé oplossing kunnen zijn om overal in het park on-line te gaan, om zo de blog dagelijks te kunnen bijhouden. ‘Dongo‘ blijkt het toverwoord te zijn, een ‘dongel’. Hij legt uit dat je een ‘dongo’ aanschaft, een beltegoed koopt, dat omzet in een databundel en vervolgens vrolijk het wereld wijde web bewandelt. That’s all!!
Eureka! We hebben het gevonden en vol goede moed over de goede afloop drinken wij er een borrel op. De blog is gered! Alleen nog een dongo!
….. afgelopen middag, direct na de aankomst bij het hotel, kon ik niet nalaten om even op een kleine ontdekkingstocht uit te gaan. Hoever is het nog vanaf hier? Hoe lang nu weer in de auto? Tot mijn verrassing sta ik 3 minuten later op de brug over de Sabi Rivier, een steenworp afstand van de Paul Kruger Poort. Paul Kruger Gate zoals dat officieel heet, of op zijn Zuid-Afrikaans simpelweg ‘ Paulkrugerhek‘. Ik adem de vrije natuur in en de enerverende wildlife lucht en heb er zin in om me een maand lang weg te duiken in alles wat het Krugerpark – achter de Paul Kruger Gate – te bieden heeft.
Wordt vervolgd…..