Afrikaanse buffel

De kafferbuffel (Syncerus caffer) of Afrikaanse buffel is een Afrikaans rund, de enige nog levende soort uit het geslacht Syncerus. Het dier maakt deel uit van de De Grote Vijf. De kafferbuffel heeft een slechte reputatie. Hij is onvoorspelbaar en kan gevaarlijk zijn voor jagers en mensen die te dichtbij komen, soms met de dood tot gevolg. Meestal loopt het dier echter weg bij gevaar. Er zijn twee vormen, de savannebuffel en de bosbuffel. Afrikaanse buffels zijn echte kuddedieren, die onderling in een hecht sociaal verband leven. Zij zwerven meestal in enorme groepen van honderden dieren door de jungle of over de savanne. Je zult ze vaak in het Zuid-Afrikaanse Krugerpark aantreffen. Een sterk staaltje van het sociale groepsgedrag van de Afrikaanse buffel is te zien op de Battle at Kruger.

De kafferbuffel is een grote, sterke buffel met korte poten, een gespierde nek en een grote kop met een brede snuit en grote oren. Het is het grootste holhoornige hoefdier van Afrika. Hij heeft een korte vacht. Volwassen kafferbuffels zijn meestal rood tot donkergrijs of zwart. Jongere dieren zijn meestal roodachtig bruin van kleur. De onderzijde en de kin zijn lichter van kleur, tot roomwit. De staart is lang en eindigt in een zwarte kwast. De oren zijn groot, rond en met kwastjes. Zowel mannetjes als vrouwtjes hebben zware, zijwaarts krullende hoorns. De hoorns zijn goede wapens tegen predatoren. De grootte en vorm van de hoorns verschillen per regio, ondersoort, geslacht en leeftijd. Oude stieren hebben de grootste hoorns.

De Afrikaanse buffel heeft een kop-romplengte van 170 tot 340 centimeter, een staartlengte van 50 tot 80 centimeter, een schofthoogte van 100 tot 170 centimeter en een lichaamsgewicht van 250 tot 850 kilogram.

Het zichtvermogen van de kafferbuffel is vrij slecht ontwikkeld, en het gehoor matig, maar het dier heeft een sterke reukzin. Doordat de soort niet afhankelijk is van hun zicht, kunnen ook blinde dieren hoge leeftijden bereiken.