neushoorns

Neushoorns (Rhinocerotidae) zijn een familie van grote zoogdieren die heden ten dage vijf soorten telt. Zij komen voor in Afrika en Azië. De neushoorn heeft een krom naar achteren groeiende hoorn net achter het beweeglijke deel van de neus; drie soorten hebben daarachter nog een kleinere stomp; bij de Javaanse en de Indische neushoorn ontbreekt die. Er zijn nog vijf soorten neushoorns in leven, waarvan de meeste in meerdere of mindere mate bedreigd worden in hun voortbestaan door handel in producten van de hoorn.

Neushoornsoorten:
* Zwarte of puntlip neushoorn (Diceros bicornis). Ondanks de naam is hij grijs van kleur. De zwarte neushoorn heeft 2 hoorns, waarvan de voorste tot 130 centimeter lang kan worden. Deze soort is zeldzamer dan haar ‘witte’ soortgenoot. Ze leven een wat teruggetrokken in de bosachtige jungle.
* Witte of breedlip neushoorn (Ceratotherium simum. De witte neushoorn is de grootste neushoornsoort en leeft op de open savannen in Zuid-Afrika, Botswana, Namibië, Zimbabwe. Ze voeden zich voornamelijk met kort gras.
* Indische of pantser neushoorn (Rhinoceros unicornis). De Indische neushoorn komt voor in Nepal en het noordoosten van India. Hun huid lijkt als losse pantserdelen over hun heen te zijn geslagen. Ze leven vooral in moerassige gebieden waar ze zich voeden met bladeren, fruit, gras en waterplanten.
* Sumatraanse neushoorn (Dicerorhinus sumatrensis). Deze kleinste soort komt voor op Sumatra en in Maleisië. Ze hebben twee hoorns. Ze leven zowel in laaggelegen oerwoud bij waterpoelen als in heuvelachtig bosgebied. Ze eten bladeren, takken, fruit en boombast.
* Javaanse neushoorn (Rinoceros sondaicus). De Javaanse neushoorn komt voor op Java en in Vietnam. Ze hebben één kleine hoorn die niet groter wordt dan 15 centimeter. Ze leven vooral in laaggelegen delen van het regenwoud, daar waar veel waterpoelen zijn. Ze voeden zich met takken en gevallen fruit. Ze planten zich om de vijf jaar voort.

Elke soort kan elke dag wel 100 liter drinken en tientallen kilo’s eten. Het voedsel is per soort verschillend. Neushoorns die in Afrika leven zijn vooral grazers; ze eten vooral stevig gras of takjes, terwijl Aziatische soorten stevige, grote takken verorberen. De Sumatraanse neushoorn staat bekend om zijn zeer gevarieerde dieet, met allerlei soorten vruchten.

Naamgeving zwarte en witte neushoorn:
De Nederlandse en Engelse naam van deze dieren berust op een taalkundig misverstand. Door Afrikaners werden ze puntlip en wijdlip (wijd = breed) genoemd. De Engelsen vatten wijd op als white en dus werd de andere automatisch black. De Nederlanders vertaalden dit weer als witte en zwarte neushoorn.