Elephant Transit Home
De olifanten, die opgevangen zijn in het Elephant Transit Home – Udawalawe krijgen drie maal daags hun portie melk. Ze worden daar opgevangen omdat ze alleen en verweesd door de jungle dolen, iets mankeren of omdat ze een ongeluk hebben gehad. Ongelukken met olifanten ontstaan vaak door conflicten met lokale boeren. Beide partijen verdedigen daarbij hun eigen territorium en hun eigen belangen. Aan beide zijden vallen dan ook regelmatig slachtoffers. Driemaal daags staat hier hetzelfde gerecht op het menu. De baby’s, de ouderen en de volwassenen zijn allemaal gek op hun portie melk. Baby’s moeten vaak wel even wennen aan de trechter en de slang, maar als ze het door hebben, dan snappen ze het … á la Johan Cruijff. Er is voor de medewerkers veel aan gelegen om deze kwetsbare exemplaren te redden en uiteindelijk weer terug te begeleiden naar de vrije natuur. Er huizen ongeveer 40 dieren, meer dan voorheen, wat mogelijk samenhangt met hun slinkend leefgebied. Het voeren van de olifanten is in het Elephant Transit Home – Udawalawe een top-attractie. Op alle drie de voedertijden is er veel publieke belangstelling. Een modderbad na het eten is het toetje. Samen eten en samen badderen dat is versterkend voor het groepsgevoel en helend voor de getraumatiseerde dieren.
Het er naar kijken schept bij de Sri Lankese bevolking een band met de dieren. Sri Lankezen zijn dol op hun olifanten. Na het eten nog een half uurtje aanmodderen en dan is de show-van-de-dikhuiden-familie over.
In het Elephant Transit Home – Udawalawe ontmoet ik dr. Vijitha Perera, een zeer aimabele man, die als wildlife dierenarts verbonden is met het ETH en het Udawalawe National Park. Ik kan hem een copy van ‘Oerkracht in ’t wild’ overhandigen, een documentaire die onder PLUK Media met financiële steun van de Marjo Hoedemaker Elephant Foundation en de Stichting Vrienden van de Olifant tot stand gekomen is. Deze documentaire is op TV te zien geweest en zal ook via National Geografic vertoond gaan worden. Hierin wordt het verhaal verteld over het Human-Elephant confict in Sri Lanka en is bedoeld om middelen in te zamelen om een olifantenhospitaal te realiseren bij het Elephant Transit Home, Udawalawe. De documentaire is hier in en om Udawalawe opgenomen en dr. Vijitha speelt er samen met Marjo Hoedemaker een belangrijke rol in.
Udawalawe Nationaal Park
Het is eind van de middag wanneer dr. Vijitha me vertelt dat hij op zoek is naar een fishing cat, die hij behandeld heeft omdat die gewond werd aangetroffen in het aangrenzende Udawalawe park. Hij is erg toegewijd wanneer het om wildlife gaat en met name is hij zuinig op de ‘vissende kat’ omdat het dier op de rode lijst met bedreigde diersoorten staat. Na zijn behandeling heeft de fishing cat direct een ‘collar’ omgekregen. Deze halskraag heeft een GPS-module die signalen uitzendt, zodat hij ook op afstand gedetecteerd kan worden. Dr. Vijitha maakt iedere dag een tour door het natuurreservaat. Deze middag gaat hij opnieuw het natuurpark in om met het beschikbare detectie materiaal het dier te zoeken. Hij vraagt me of ik zin heb met hem en het team op pad te gaan om de zeldzame kat op te sporen en te zien hoe het met het dier gaat. Met beide handen grijp ik de unieke gelegenheid aan om met een aantal experts een kijkje achter de schermen van het Udawalawe park te kunnen nemen. Een kans die zich niet dikwijls voordoet. We nemen plaats achter in de pick-up truck en gaan met een chauffeur en begeleider op pad. Het is maar een korte geasfalteerde weg naar het Udawalawe park, die al snel overgaat in zandpaden.
fishing cat
Ik ben erg benieuwd naar de fishing cat. Ik heb nog nooit van het dier gehoord, laat staan dat ik hem ooit gezien heb. Het blijkt dus om een vissende kat of viskat te gaan. Dat is een wilde katachtige die voorkomt in Zuidoost-Azië, India en Sri Lanka. Het dier is samen met de platkopkat de enige katachtige die een belangrijk deel van zijn voedsel in het water vindt. Omdat zijn klauwen kleine, slecht ontwikkelde zwemvliezen hebben en het dier zijn tenen kan spreiden, kan hij zich makkelijker voortbewegen over drassige grond. Hij heeft een lang lichaam en een kort staartje. Het dier wordt 57 tot 85 centimeter lang en 4 tot 14 kilogram zwaar.
Ik kijk goed rond en denk mee te kunnen helpen zoeken, maar ik hoor van dr. Vijitha dat het een nachtdier is, dat zich bij daglicht schuilhoudt in de bosjes. Tot zover mijn goedbedoelde inspanningen dus. Ondertussen geniet ik van het prachtige park. Op 30 juni 1972 is het park als 5e nationale park van Sri Lanka opgericht. Met zijn ruim 31.000 hectare is het om en nabij het grootste nationale park in het land. Daarbij heeft het park met zijn 3,500 hectare wateroppervlak het grootste waterreservoir, het Udawalawe reservoir. Het park is vooral bekend om zijn enorme biodiversiteit van verschillende zoogdieren, vogels, vissen, reptielen en amfibieën, maar ook wilde jasmijn, Ceylon ebbenhout bomen, Haldina en Ceylon satijnhout bomen. Het park heeft een flinke populatie olifanten. Er komen luipaarden voor en lippenberen, die ik niet te zien krijg. Wel heel veel gevlekte herten, grijze reuzeneekhoorns, otters, waterbuffels en wilde zwijnen.
In het landschap worden grote open glooiende velden afgewisseld met dichte jungleachtige begroeiing. In de verte ontdekken we een enorme kolonie pelikanen. Het wordt langzaamaan al donker zonder dat de fishing cat is gevonden.
wilde pauwen
Wat me nog het meest is opgevallen zijn de grote aantallen pauwen. Het is een beetje een vreemde ervaring om te ontdekken dat pauwen dus ook ‘gewoon’ wilde dieren zijn. Ik associeer ze eerder met tuinen en parken dan met wildreservaten. Pauwen zijn eigenlijk heel grote vogels, ze vliegen uitstekend en rusten net als kippen graag op een hoge plaats. Bij het vallen van de avond zien we de prachtige vogels in de bomen zitten. Het regent lichtjes en de ondergaande zon zet de jungle in een roze gloed, hun staarten lijken fonkelende watervallen van schitterende kleuren.
De pauw is waarschijnlijk de oudste siervogel en staat bekend als de vogel met de honderd ogen, ogen die volgens de mythologie de zon, de maan en de sterren van het universum zouden representeren. Pauwen komen voor in oeroude volksverhalen, daarin horen pauwen bij de liefde en bij de goden. Veel mensen geloven dat het geluk brengt een pauwenveer te vinden. De pauw staat onder meer symbool voor onsterfelijkheid, trots en wedergeboorte. In de christelijke traditie staan de vele staartogen voor het alziend oog van God. In China en Japan is de pauw de heilige vogel van de genade en staat voor een dusdanige empathie, dat het zou sterven van verdriet wanneer zijn partner overlijdt. In het Keizerrijk China en in Mandsjoerije was een pauwenveer op de hoed een hoge onderscheiding.
Wilde pauwen leven in de oerwouden van tropisch Azië. Ze verblijven het liefst dicht in de buurt van water. Er bestaan twee soorten pauwen: blauwe en groene.
De blauwe die in India en Sri Lanka in het wild voorkomt en de groene pauw die in Maleisië, Indochina en op het eiland Java leeft. Kenmerken van de groene pauw: Grote schubvormige veerpatronen op de hals. Groene pauwen zijn veel schuwer dan blauwe pauwen en laten zich in tegenstelling tot de blauwe soort zelden in de buurt van menselijke woningen zien. Bovendien zijn groene pauwen niet zo goed bestand tegen de winter.