Crooks Corner Krugerpark
Crooks Corner Krugerpark is een drielandenpunt in het noordelijkste hoekje van het park. Aan de rivier de Limpopo komen Zimbabwe, Mozambique en Zuid Afrika samen. Zoals overal elders waar landsgrenzen samenkomen is deze uithoek van het land berucht vanwege de smokkelroutes. Het ‘boeven-hoekje’ leent zich, vanwege de haast ondoordringbare jungle-achtige omgeving, uitstekend voor allerlei duistere praktijken.
Hier hoog in het noorden is op een lommerrijke plek aan de Luvuvhu rivier een mooie picknick-uitstapplaats gerealiseerd, Pafuri genaamd. De locatie is anders dan de rest van het park vanwege de bijzondere vegetatie, die richting Zimbabwe steeds meer regenwoud-achtige trekken krijgt. In dichte bossen slingeren meterslange luchtwortels als een soort lianen van de kruinen van de immense woudreuzen naar de dampige bodem. Door het gebied heen zijn links en rechts elektrische schrikdraden aangebracht, die de trek van olifanten naar deze streek moeten ontmoedigen. Zij vormen, zeker wanneer zij in groten getale hierheen komen, een bedreiging voor de bijzondere flora.
Tjeerd de Wit had Fred de tip gegeven om Frank Mabasa, de beheerder die bij Pafuri woont, te bezoeken. Deze weet alles van de zeldzame vogels, die bij Crooks Corner voorkomen, zoals de Pel’s Fish Owl, de Nikator en Geelbek Troupant, net zoals de Watertrapper.
boeven hoekje
Van Mopani naar Crooks Corner Krugerpark is een kleine 200 kilometer voornamelijk over asfaltweg. Voor Marjo en Fred geen enkel punt, ze zijn immers niet met een gezelschapsbus van Arke-reizen op stap. Zo rijden zij welgemoed en nietsvermoedend de weg, die maar weinig parkbezoekers gaan, richting Mozambique. Vlak bij de grens krijgen ze twee lieden in het vizier, die opmerkelijk genoeg, te voet door het park gaan, die, bij nader inzien, allebei nonchalant volautomatische geweren om de schouder dragen. Georganiseerde bushwalks worden altijd wel vergezeld door bewapende rangers. Maar deze lieden lopen, goed uitgerust, alleen zonder safarigangers. Zijn de bushwalk-deelnemers noodlottig aan hun einde gekomen tijdens een ongewenste confrontatie met hongerig wild? Zijn het rangers, militaire douanebeamten of toch verdwaalde crooks uit de corner? Ze lachen ons in ieder geval vriendelijk tegemoet, dus toch maar even stoppen en een praatje maken. Het blijkt een twee-persoons patrouille te zijn, op weg om stropers op te sporen en zo nodig uit te schakelen. Crooks Corner is zo’n afgelegen gebied, waar stropers zich vaak veilig wanen. Daar loop je dan midden in de wildernis met weliswaar een GPS, maar enige onverschrokkenheid dien je wel in je standaard uitrusting te hebben, want een ontmoeting met stropers loopt vast en zeker niet uit op een gezellig onderonsje. Verder naar het noorden volgt de echte teleurstelling: Crooks Corner bestaat niet meer. Gewoon, compleet – met boeven en al – weggevaagd en ontoegankelijk voor alle gemotoriseerd verkeer. Het wassende water heeft schoon schip gemaakt met Crooks Corner Krugerpark.
Shingwedzi gedupeerd
“Ook bij Shingwedzi, 65 kilometer boven Mopani, hebben we de schade van de overstromingen van jongstleden januari gezien. Het kamp, waar we aanvankelijk zouden verblijven, is nu gesloten. Door de hevige regenval in het noorden zijn 2 dammen in Zimbabwe doorgebroken, waardoor er een 2 kilometer lange vloedgolf van kolkende watermassa’s het park binnen golfde. In Shingwedzi zijn bijvoorbeeld de entree, de oprit, het restaurant en diverse rondavels compleet onder een modderlaag verdwenen. Dat er geen doden zijn gevallen is een wonder. Het water kwam van 2 kanten en iedereen heeft alles gehaast achter zich moeten laten. Niet alleen safarigangers maar ook Krugermedewerkers zijn gedupeerd. Auto’s, inventaris en persoonlijke bezittingen dreven met de stroom mee naar Mozambique. Daar zijn helaas wel diverse doden gevallen. De gasten zijn uit het kamp met helikopters weggehaald en naar veiligere oorden gebracht. Momenteel is het Krugerpersoneel met man en macht in de weer om Shingwedzi weer toegankelijk en bewoonbaar te maken voor de toeristen.”
swartriethaantje
Fred zou Fred natuurlijk niet zijn, wanneer hij ook niet oog zou hebben voor de rondvliegende vogeltjes, die de dans van de watersnood ontsprongen zijn. Hij krijgt een koppeltje Swartriethaantjes met jong op zijn netvlies. Dan is hij er rap bij met zijn camera. Deze vogel lijkt op het Hollandse waterhoentje maar is slechts 18/20 cm groot. De Swartriethaan is in sappig Zuid-Afrikaans: een pikswarte voël met helder geel snawel, rooi oë en bene. In teenstelling met sy verwantes, is dierdie onmiskenbare klein riethaantjie nie sku nie en kan hulle langs die oewers van talle panne en damme gesien word. Hulle is wydversprei en hou by waterplekke deur die hele Wildtuin.
Verder spotte hij nog een familie zuidelijke grondhoornraven met jongen, die duidelijk moeite hadden om met hun grote snavels vliegen te vangen. Een grappig gezicht. Het zijn opvallend grote vogels die voornamelijk op de grond leven. Ze leven graag in groepen van 2 tot 8 vogels, die elkaar helpen bij het beschermen van hun territorium. Er wordt genesteld in boomholten of in rotsspleten. Het legsel bestaat meestal uit twee eieren. De voortplantingssnelheid is, zo blijkt uit een studie, laag. Eens in de negen jaar wordt met succes één jong grootbracht.
secretarisvogel
Ook maakt hij melding van een secretarisvogel. Het is een roofvogel, die zijn naam dankt aan zijn hoofdpluimen, die vroeger door de klerken als schrijfveren gebruikt werden. De secretarisvogel heeft lange poten en een grijs met zwart verenkleed. Van top tot teen meet de secretarisvogel 1,20 meter en de spanwijdte is ongeveer 2 meter. Slangen (die hij in hun geheel inslikt), kleine zoogdieren, andere vogels en reptielen vormen zijn belangrijke voedselbron. De vogel kan met moeite vliegen, maar dat blijft evolutionair noodzakelijk vanwege de vele roofdieren in het leefgebied van de vogel. De secretarisvogel vangt zijn prooi door die met zijn lange poten dood te trappen. Hij nestelt zich in de kruin van een boom, 3-7 meter boven de grond en kiest daarvoor een boom uit waarvan de stam omringd is door dicht struikgewas. Zowel het mannetje als het wijfje vliegen af en aan met takjes en twijgjes in hun snavel en maken hiervan een vrij plat nest. Het wijfje legt 2-3 eieren met rode vlekjes, die ze zelf bebroedt. Het mannetje brengt haar voedsel. De ouders zorgen samen voor de kuikens. Na 65-85 dagen kunnen de jonge vogels vliegen.
Ornithologen wisten dit natuurlijk al lang, die kunnen er over heen lezen. Maar misschien is het interessant voor de leken-vogelaars onder ons.