De aardwolf, a lone wolf

de aardwolf

aardwolf

Roofdieren zijn uitgerust om met klauwen als scharen en tanden als messen achter hun pooi aan te jagen. Ze blijven er in leven mee.  Denkend aan het Afrikaanse continent springen krachtige leeuwen en luipaarden dan al direct in beeld. Katachtigen dus. Deze familie van katachtigen kent echter nog twee zogenaamde onderfamilies, die behoorlijk concurrerend kunnen optreden met de grote katten op de savannes van Afrika. De ene onderfamilie is die van de ‘echte’ hyena’s waartoe de gevlekte hyena, de bruine hyena en de gestreepte hyena behoren, van de andere onderfamilie maakt alleen de aardwolf  deel uit. Deze laatste is minder bekend. Men verwart het dier gemakkelijk met een gestreepte hyena. Wat het uiterlijk betreft lijkt de aardwolf daar ook veel op.

Zodoende zwerft de aardwolf vaak als een onherkenbaar buitenbeentje van de familie onopgemerkt rond. Hier doet de tegeltjeswijsheid onbekend maakt onbemind opgeld. Zoiets als het zwarte schaap dat, volgens al te burgerlijke normen in de familie, gediskwalificeerd wordt omdat het ‘anders’ is dan de rest. Het is eenzame wolf die zijn natuurlijk instinct volgt. Hij is dan wel geen leeuw of een tijger, maar hij treedt ook niet in een circus op.

Het zwarte schaap van de familie

gestreepte hyena

Maar die onderwaardering is hier, net als bij het zwarte schaap van de familie, niet terecht. Want van alle hyena-soorten is de aardwolf uniek. Het is de laatst overlevende hondachtige hyena, die dankzij een ietwat ongewoon dieet een evolutionaire afsplitsing overleefde. In tegenstelling tot hun grotere, gevlekte en gestreepte neven, zijn aardwolven grotendeels extreem schuw en vaak ongrijpbaar. Als een van de meest ondergewaardeerde maar charmante karakters van de subfamilie der katachtigen verrijkt hij de biodiversiteit. 

De ‘echte’ hyena’s zijn als aaseters echte vleeseters, maar jagen wel degelijk ook in roedels op grote prooien. Meestal hebben ze daarbij dieren op het oog, die zich niet zo snel uit de voeten kunnen maken, zoals waterbokken. Ze deinzen er overigens ook niet voor terug om groepsgewijs de aanval in te zetten op een loslopende leeuw. Hoewel de aardwolf op zijn gestreepte neef lijkt, is hij makkelijk te herkennen aan zijn fijnere silhouet met in de nek een flinke vederbos van opvallende manen en grotere oren. Verder onderscheidt hij zich  door een spitse, tere, kale snuit en zijn zijn poten slanker en is staart langer en voller. Hij heeft een lichtgele tot roomwitte vacht. Zijn katachtige neven en nichten zijn beduidend grover van bouw.  Maar het meest opvallend is wel zijn menu. Het voedsel van de aardwolf bestaat, wonderlijk genoeg, voornamelijk uit termieten. Voor de broodnodige variatie wijkt hij wel uit naar de larven van scarabeeën en andere kevers, sprinkhanen en motten. En bij uitzondering eten ze kleine gewervelde dieren. Dat is dus wel andere kost dan waar de katachtige tak van de familie op aast. Alleen wanneer de aardwolf op zoek is naar larven van aaskevers, wil hij nog wel eens aan kadavers snuffelen. Maar dan zijn zijn neven en nichten allang met een gevulde maag van tafel.

Een verhaal van Africa Geographic

de aardwolf

met dank aan Africa geografic stories

 De aardwolf is evolutionair een zogenaamde ‘nieuwe’ termietenspecialist. Hij mist de krachtige klauwen en de graafuitrusting, die nodig zijn om termietenmuren open te breken en zijn prooi op te graven. Als gevolg daarvan zijn aardwolven afhankelijk geworden van het soort termieten dat aan het bodemoppervlak foerageert. Hij hoort het geluid van termieten die grasstengels en bladeren doorbijten. Zo vindt hij zijn prooi. Met zijn ietwat kleverige speeksel likt hij de insecten op en slikt die zonder veel te kauwen door. Daarbij kan hij wel zes uur achtereen aan zijn termietenbuffet blijven zitten. De soldaten van de termieten, die de kolonie beschermen, spuiten ter verdediging giftige, irriterende chemicaliën. De aardwolf kan echter een flinke portie van deze giftige soldaattermieten aan. Wel voedt hij zich liever met de ‘gewone burgers’ van de kolonie. In één nacht slaat hij zo’n 200.000 termieten naar binnen. Maar slim als hij is, eet hij ze nooit allemaal op. Op die manier blijft er altijd nog een maaltje voor de volgende dag over. 

Relatie met de mens

De aardwolf leeft in open, droge vlakten en struikgebieden. Zijn biotoop is de plek waar het soort termieten  voorkomen, dat leeft van dood en verdord gras. Hij mijdt de meer bergachtige streken. Wel is hij  te vinden in zwaarbegraasde graslanden en savannes. Ook landbouwgebieden hebben zijn voorkeur. Daardoor struinen ze vrij rond in de bevolkte gebieden van Zuid- en Noordoost- Afrika. De landbouw is gebaat bij de aardwolven omdat zij termietenplagen bestrijden. Meestal laten landbouwers en veetelers de dieren met rust. Zij beschouwen de aardwolf als een nuttig, ongevaarlijk dier. Wel zijn stropers uit op hun mooie vacht en worden ze verjaagd en gedood door honden of worden ze aangereden door auto’s.

Het levensreddende menu van de aardwolf

Wat de aardwolf zo fascinerend maakt, is dat zijn oorsprong als betrekkelijk recent wordt beschouwd; het oudste lid van zijn familie gaat terug tot ongeveer 10 à 20 miljoen jaar geleden. Vermoedelijk zijn de hondachtige hyena’s één voor één in een evolutionaire oorlog van concurrentie verdwenen. De voorouders van de aardwolf overleefden waarschijnlijk vanwege hun uitzonderlijke menu. Nu is hij de enige overlevende van een evolutionair doodlopende weg. Deze ongewone voedselvoorkeur heeft ongetwijfeld bijgedragen aan het overlevingssucces van het dier. In gebieden zoals Zambia, Centraal- en West-Afrika, komt het soort termieten dat aan de oppervlakte leeft nauwelijks of in het geheel niet voor. De aardwolf schittert daar dan ook door afwezigheid.

Het zwarte schaap van de familie

de aardwolf het zwarte schaap onder de katachtige familieleden

De aardwolf lijkt op de een of andere manier in de duisternis gehuld te blijven, ondanks zijn fascinerende leven en intrigerende evolutionaire eigenaardigheden. Safarigangers van ondermeer het Krugerpark lijken vooral gefascineerd door de BIG-5. De aardwolf staat daarbij als het zwarte schaap niet op het lijstje van de verwachtingen.

In de kleurensymboliek wordt zwart geassocieerd met macht, angst en mysterie. Tegelijk is zwart de kleur die waardigheid en aanzien geeft. Een kleur die gebruikt wordt om autoriteit, elegantie en stijl uit te drukken in luxe goederen en auto’s. Met een beetje ‘omdenken’ kom je dan al vlug op de slogan: zwart is het nieuwe wit. Voor iedere zichzelf respecterende schaapherder maakt het natuurlijk niets uit dat er een zwart exemplaar ronddartelt tussen zijn brave en volgzame schapen. Hij kan er juist meer aan gehecht raken. Winst voor het dier is dat het opvalt wanneer het afwezig is. En gemist worden is wellicht juist het teken dat het erbij hoort. Zo krijgt Johan Cruijff alweer gelijk met zijn opmerking: elk nadeel heeft zijn voordeel. Voor de criticus klopt het andersom natuurlijk ook: elk voordeel heeft zijn nadeel.