Kruger-berichten
Ook Marjo en Liesbeth zijn tegenwoordig erg bij de tijd; zij toeren nu gedigitaliseerd met een state-of-the-art tablet door de wildernis van het Krugerpark. Daaraan zijn nu deze rechtstreekse Kruger-berichten te danken.
We hebben nu in deze 14 dagen ruim 2500 km gereden door het park. Dat lijkt veel, maar is uiteindelijk niet meer dan 150 km gemiddeld per dag, wat met de verschillende koffie-stops en de 7 á 8 stops om wildlife te spotten neerkomt op zo’n 20 km per uur autorijden. Onze Limburgse reisgenote Bertie, bekend van de reizen naar Galapagos en Oeganda, die ruim 2 weken met ons opgetrokken heeft, is gisteren via het lokale vliegveld van Phalaborwa naar Holland afgereisd.
Bertie heeft ruim 2 weken met Marjo en Liesbeth meegewerkt aan deze rechtstreekse Kruger-berichten. Zij maakt schitterende fotoreportages getuige haar foto’s van de Oeganda Gorillageluk-reis. Enkele van de mooiste exemplaren zijn terug te vinden op de blogaflevering over deze reis.
Mopani
De eerste dagen hebben we rond kamp Mopani gereden. Natuurlijk eerst de bekende route naar Mooiplaas. Onderweg daar naar toe al kruisten enkele olifantenfamilies ons pad. Bij de waterput op Mooiplaas liepen 10-tallen imposante olifantstieren. Het is bemoedigend te zien dat de lierantilopen, die 12 jaar geleden in het kader van een programma zijn uitgezet, nu in redelijke kuddetjes van 8 tot 12 dieren wat vaker in het vizier komen. Een regelrechte verrassing is de grote variëteit aan antilopen, die we in beeld krijgen. Van de kleinste, de klipspringer, tot de grootste, de eland antilope. Die laatste was een bok van wel 600 kilo. Na 8 jaar zien we ook weer een mooie groep sabelantilopen. Ongeveer 15 dieren krijgen we in beeld. Sabelantilopen zijn zeldzaam; in totaal lopen er maar 300 van in het Krugerpark. Daarbij komt dat je ze ook nog zelden te zien krijgt, want ze houden zich graag op in dicht struikgewas. Ook de rietbok is een weinig voorkomende gast. Een exemplaar liet zich op enkele meters van de weg fraai op de gevoelige plaat vastleggen. Soms moet je geluk hebben.
Het is niet de bedoeling dat je uit de de auto stapt in het wildpark. Begrijpelijk, maar nood breekt wetten. Op straffe van een fikse boete stapt Marjo gerust de wagen uit om een kameleon, die in schutkleur over de weg wandelt, op een takje te laten lopen. Die wordt dan behoedzaam langs de kant in het struweel gezet. Het is immers niet de bedoeling dat deze kleurengoochelaars worden platgereden. Ook kleine ( water- )schildpadjes worden op die manier van een wisse dood gered. Way to go, Marjo.
Even verder zien we de laatste paar meter van een Afrikaanse Rotspython in het struikgewas. Daar zitten nog wel een paar meters voor, maar die kun je beter niet aan zijn staart trekken. Die hebben we dan ook maar met rust gelaten, je hoeft immers niet altijd alles te zien.
hyena’s
Twee keer komen we hyena’s in kleine groepjes tegen. Vaak, ook nu weer, draagt er eentje van de roedel een zogenaamde ‘collar’, dat is een halsband met ingebouwde GPS, zodat de groep via de satelliet gevolgd kan worden. Zo kan hun migratiegedrag door de Krugerbiologen in beeld gebracht worden. Daarnaast ligt er in verschillende kampen bij de receptie een dagboek, waar de gasten kunnen aangeven waar en wanneer zij bepaalde dieren gespot hebben. Ook kunnen opmerkingen genoteerd worden over een bepaald gedrag wat hen opgevallen is bij dieren. Dit allemaal om zoveel mogelijk gegevens te verzamelen. De gevlekte hyena heeft sowieso mijn speciale belangstelling, mede omdat wij in Dierenpark Amersfoort het Europese stamboek voor deze dieren bijhouden en delen met andere dierenparken. Hyena’s komen behoorlijk veel voor in het Krugerpark. Bij een duiker, dit is een pijp onder de weg door voor waterafvoer, zagen we een 6-tal jonge hyena’s. Vier van ongeveer een half jaar oud en twee puppy’s, hooguit enkele weken oud, nog bruin van kleur. Het stel liep te sjorren aan een buffelpoot, die ze ongetwijfeld van de prooi van een leeuwengroep gestolen hadden.
Hyena’s, leeuwen en panters zitten niet gezellig bij elkaar aan tafel. Ze azen op dezelfde prooi en beconcurreren elkaar heftig over wat er op tafel komt. We zijn op een stil achteraf gelegen zandpad getuige van een scene, waarin een panter – jammer maar helaas – zijn prooi kwijt raakt aan een vijftal hyena’s. De luipaard heeft een malse impala geslagen en is bezig daarmee in een boom te klimmen. Panters hebben de gewoonte om hun buit hoog en droog in de boom veilig te stellen. In de haast en onder de druk van het groepje grommende hyena’s mislukt het panterplan volledig om met buit en al een veilig heenkomen te vinden: hij laat zijn prooi naar beneden vallen. Op het zelfde moment sleuren er onder een luid gegrom, gehuil en gekraak 5 paar hyena kaken aan het karkas. Enkele minuten later is de buit verdeeld. Tegelijkertijd komen er zo’n 20 gieren aan zetten. Kap- en witruggieren. Zij wachten geduldig af als lakeien aan een banket, totdat de heren hyena’s verzadigd zijn. Zijn ze te haastig dan is de kans groot dat zij zelf ook tussen de hyena kaken verbrijzeld worden. Zo zijn de tafelmanieren in elke samenleving weer anders.
leeuwen
Leeuwen zijn een verhaal apart. Iedereen wil altijd leeuwen in het wild zien. Dat is en blijft ook bijzonder fascinerend. Hij maakt deel uit van de Big Five, de vijf meest gevaarlijke dieren om te bejagen in de wildernis. Dat leeuwen zo tot de verbeelding spreken heeft mijns inziens ook te maken met de prachtige natuurfilms, zoals die onder meer door International Geografic op televisie getoond worden. Professionals volgen met veel technische uitrusting en eindeloos geduld vaak een jaar of langer bepaalde leeuwenfamilies. Zij maken er prachtige documentaires over, die in een uurtje afgedraaid worden voor het publiek, dat thuis comfortabel voor de tv op de bank zit. Krugerbezoekers worden daar veeleisend van. Zij verwachten vlak voor hun neus een familie leeuwen die op jacht is of minstens een buffel aan het verorberen is. Dat is helaas zelden het geval. Katachtigen gaan ’s nachts op pad. Als je al leeuwen ziet, dan liggen zij vaak plat op hun zij in het hoge savannegras uit te buiken na een copieus maal. Vaak zijn dat trouwens leeuwinnen, want die gaan op jacht. De mannen zijn er bij om te imponeren met hun flinke kop met manen en om te brullen en paniek te zaaien onder de prooi. Waarbij de vrouwen de achtervolging inzetten.
Van de bavianen heb ik het idee, dat er hier een bevolkingsexplosie heeft plaatsgevonden. Honderden hebben we er gezien verspreid door heel het Krugerpark. Groepen van 50 tot meer dan 80 dieren kwamen we iedere dag wel tegen, soms spelend op de weg, dan weer zich te goed doend aan een bepaalde stuik die in deze periode vruchten draagt.
Volgende keer meer – en naar ik hoop ook weer – rechtstreekse Kruger-berichten …