Het Krugerpark custos naturae logo is gestileerd naar een afbeelding van de kop van een koedoe antilope met zijn prachtig gedraaide gewei. In de banner onder de beeltenis staat de Latijnse tekst: ‘Custos naturae’. Het is de klassieke standaard uitdrukking voor: bewaker, wachter of beschermer van de natuur. Waar in een ‘gecultiveerde’ wereld de mens de natuur poogt te beheersen en te overheersen – vaak te koste van de natuur – krijgt de natuur hier de kans zich, in een beschermd reservaat, in haar volle pracht en majesteit te presenteren. Met de lijfspreuk ‘custos naturae’ wordt iets gezegd over de strategie en de bedoeling van het natuurreservaat. Het gaat om natuurbehoud en om de ongerepte natuur te beschermen tegen oprukkende, vaak financieel gemotiveerde belangen van productie van hout en de uitbreiding van woongebied, dat niet alleen ten koste gaat van natuur maar ook van het wild bestand. Het gaat hierbij om het zoeken naar een evenwicht tussen natuur en cultuur; de natuur te behouden en deze tegelijkertijd open te stellen voor geïnteresseerde bezoekers, zonder dat er sprake is van uitbuiting of louter economische exploitatie.
Op nagenoeg elke toilet van het Krugerpark – hoe toepasselijk – waar wordt de mens uitdrukkelijker met zijn eigen natuurlijke staat geconfronteerd dan op het toilet? – van het park kom je de tegeltjes met het custos naturae logo tegen.
De natuur van het Krugerpark is fascinerend. Bomen groeien overal uit tot hun volle wasdom, Zij bieden schaduw en beschutting tegen de brandende zon, zijn een woonplaats voor talloze vogelsoorten, sterven een natuurlijke dood door ouderdom en recyclen terug in de natuur. Rivieren meanderen in hun eigen bedding door het landschap. Zij veranderen van loop en veranderen daarmee het landschap. Zij drogen op of treden buiten hun oevers en laten plassen en poelen achter, die dan weer als drinkplaats of modderbad dienst doen voor olifanten, buffels en neushoorns. Alles heeft – ook als we als mens die ( nog ) niet kennen – zin en betekenis in de natuur. De natuur, bomen, bloemen en dieren zitten nog vol met geheimen, die lang nog niet allemaal ontsluierd zijn en waarvoor zij van oudsher bij nagenoeg alle culturen met een eerbiedig respect behandeld wordt .
Er bestaan twee soorten koedoes, de grote en de kleine. De kleine koedoe is ongeveer 1 meter hoog en de manen ontbreken. Daarvoor in de plaats hebben de kleine koedoes een lichte, bijna witte band. De grote koedoe wordt ongeveer 1,5 meter hoog en heeft een grijsbruine vacht. Het zijn echte springers, een sprong van 3 meter hoog is wanneer ze op de vlucht zijn geen probleem. De koedoestier heeft schroefvormig gedraaide hoorns. Het vrouwtje mist behalve de hoorns ook de opvallende manen van het mannetje. Bij deze grote koedoe worden de horens van het mannetje wel tot 168 centimeter hoog. De horens worden gebruikt in krachtmetingen tussen mannetjes om de dominantie. Verder spelen sommige koedoe’s spelletjes met de horens waarbij ze takjes opgooien en proberen die terug te vangen.
Deze morgen neem ik het stuur over naar Boulders Bush Camp. Dit kamp ligt 10 km over de S136 ten zuidwesten van Mopani.
Zes kilometer lang rijden we over een gravel road, steeds verder van de met asfalt gebaande paden af. Ineens Marjo’s oog valt op de enorme voetafdrukken van olifant voor ons op het zandpad. We zitten op het spoor van een gewichtige dikhuid. En ja hoor, even later blijken we achter een reus van een olifanten bul te rijden. En dan dien je dus de tekst van het Krugerlogo in de praktijk te brengen. De natuur heeft hier voorrang. Het is een zogenoemde lonely bull, een wat oudere olifantstier, die niet meer in het matriarchaat van olifanten met hun opgroeiende kalveren meedoet. Totdat hij door een van de koeien voor paring wordt uitgenodigd. Rustig blijf ik op respectabele afstand van deze keizer van de jungle. Hij kijkt af en toe meewarig om en Marjo signaleert nu en dan het geïrriteerd wapperen van zijn enorme oren. Zijne Koninklijke Hoogheid lijkt enigszins verontwaardigd met zo’n gemotoriseerd voortuig achter zich. Marjo corrigeert Marjo me geduldig, wanneer ik zijne majesteit te dicht op zijn imposante hielen zit. Zo hobbelen we in ‘olifanten-pas’ met respect en ontzag meer dan anderhalve kilometer achter hem aan. Het uitzicht laat zich raden! Op een splitsing kiest hij de rechter richting en slaan wij links af naar Boulders Bush Camp.
Deze bijzondere locatie is een klein intiem kamp op palen in de middle of nowhere. Boulders Bush Lodge in het Krugerpark heeft geen omheining en vanuit de veiligheid van verhoogde huisjes kun je het wildife over de savanne zien trekken. Hier zijn een vijf-tal hutten tussen de rotsen op palen gebouwd. Er is een gezamenlijke keuken en eetgelegenheid. Er heerst een serene rust en het lijkt me heerlijk hier te logeren met een stapeltje boeken en mijn laptop – je hoeft de deur niet meer uit, want vanaf het terras heb je zicht op alles wat het park te bieden heeft.
Op de terugweg nemen we een kleine omweg via Confluence Look-out bij Boulders Camp. Hier toont de natuur een minder idyllisch gezicht. In een poel van de Tsendze rivier ligt het kadaver van een nijlpaard te ‘rotten’ of diplomatieker uitgedrukt te ‘recyclen’. Het is tegelijk een dramatisch en een realistisch plaatje. De natuur geeft en de natuur neemt. Een Afrikaanse maraboe ‘bewaakt‘ en ‘bewaart‘ de levenloze resten van een nijlpaard, geheel in overeenstemming met het custos naturae motto van het Krugerpark. Maraboes zijn de aaseters onder ooievaar-familie. Het is een groot lid van de ooievaars, die hier in Holland eerder met het brengen van nieuw leven geassocieerd worden dan met het consumeren van het geleefde leven. Maraboes eten feitelijk allerlei soorten dieren, dood of levend. Zo eten ze bijvoorbeeld vissen, sprinkhanen, kikkers en muizen, maar ook krokodilleneieren en vogelkuikens.
Vanuit wonderfull Kruger wensen wij onze trouwe lezers een smakelijke maaltijd en een goede nachtrust toe met morgen gezond weer op.