luipaarden
De luipaard (Panthera pardus), ook wel panter genoemd, is een grote carnivoor uit de familie der katachtigen (Felidae) die veel voorkomt in een groot deel van Afrika en Azië. Het is de meest voorkomende grote katachtige. De twee namen zijn voornamelijk geografisch gebonden: “luipaard” wordt in de regel gebruikt voor dieren uit Afrika, “panter” voor Aziatische dieren. Dit is echter geen strikte regel en regelmatig worden de namen door elkaar gebruikt.
De luipaard is geen groepsdier, maar leeft solitair. Er zou te weinig voedsel zijn als luipaarden het zouden moeten delen. Ze zoeken elkaar enkel op in de paartijd. De luipaard heeft een vast territorium, dat hij tegen soortgenoten verdedigt. Dit wordt gemarkeerd met urine of uitwerpselen, net als bij veel andere diersoorten. Ook worden krab-sporen op bomen achtergelaten. Mannetjes hebben vaak grotere territoria dan vrouwtjes. Territoria overlappen regelmatig met de territoria van dieren van een ander geslacht, dieren van hetzelfde geslacht mijden elkaar. Als er plaatsen zijn waar veel prooien zijn, zijn de territoria kleiner; de territoria zijn groter met minder wild.
jachtluipaarden
De jachtluipaard, gepard of cheetah (Acinonyx jubatus) is een groot katachtig roofdier dat voorkomt in Afrika en Iran. Het is de enige nog levende soort uit het geslacht Acinonyx. De dieren staan bekend als de snelste landdieren ter wereld. De cheetah is een jager met een korte, zeer snelle sprint. Hij is slank, flexibel en gespierd, als een hazewindhond, met een krachtige borst en een lange staart. Met zijn voor een katachtige zeer lange poten, kan hij zich hard kan afzetten. Zijn botten zijn licht en flexibel. Hij heeft een relatief groot hart en grote longen. De cheetah heeft een lichtgele vacht, die bedekt is met kleine, ronde, zwarte vlekken. De onderzijde en borst zijn bijna geheel wit. De kop is vrij klein, met kleine oren en grote, oranje ogen. Het voorhoofd en de wangen hebben zeer kleine zwarte vlekken. Van de binnenste ooghoeken tot de mond loopt een zwarte streep, ook de onderlippen zijn zwart. De achterzijde van de oren heeft een zwarte en witte markering. De staart is gevlekt met bij de top een reeks van zwarte ringen en eindigt in een zwarte punt. De vorm van de ringen en de hoeveelheid verschilt per individu, vergelijkbaar met de vingerafdruk voor de mens. Over de ondernek en schouders loopt soms een maan van lang haar. Vooral bij jonge cheetah’s valt dit op.
Kleurvariëteiten komen voor, zoals geheel zwarte dieren, ongevlekte dieren. De bekendste kleurvariëteit is de koningscheetah, waarbij de vlekken veel groter en grilliger zijn en met elkaar in verbinding staan. Ook loopt er over de rug een donkere, zwarte streep. Deze kleurvariëteit werd lange tijd beschouwd als een ondersoort (Acinonyx jubatus rex). Een volwassen dier weegt tussen 35 en 65 kg, maar gemiddeld 50 kg. De kop-romplengte is 1,1 tot 1,5 m,[2] en de staart kan 65 tot 90 cm lang zijn. De schouderhoogte is gemiddeld 80 cm. Veel mensen verwarren de jachtluipaard met andere dieren. De dieren waar hij het meest verward mee wordt zijn de jaguar en de panter. Deze twee dieren lijken wel op elkaar, maar ze lijken niet op de jachtluipaard.
jaguar
De jaguar (Panthera onca) is een katachtige die voorkomt in Midden-Amerika en een groot deel van Zuid-Amerika. Hij lijkt oppervlakkig sterk op de luipaard, maar is zwaarder gebouwd, heeft een bredere kop en een forsere rozet-tekening. Een van de grootste verschillen met de jachtluipaard is de lichaamsbouw. De jaguar en panter zijn veel steviger gebouwd, en zijn daarom ook zwaarder. Het lichaam van de jachtluipaard is gebouwd om te kunnen rennen, dat houdt in dat hij dun, flexibel en sterk is.
Een ander verschil is het uiterlijk, oftewel het vachtpatroon. De jachtluipaard heeft over het algemeen een heel simpel patroon in zijn vacht, slechts bestaande uit een geelbruine onderkleur met zwarte stippen. Zo’n simpel patroon hebben de panters en jaguars niet, hun patroon is:
De jaguar: onderkleur: geelbruin; patroon: zwarte rondjes met bruin in het midden en 1 of meer stippen er in;
De panter: onderkleur: geelbruin; patroon: zwarte rondjes met bruin in het midden, er zitten af en toe zwarte stippen tussen. Er zijn ook zwarte panters.
Voor de rest zijn er nog een paar kleine dingen die de jaguar en panter niet hebben:
De jachtluipaard heeft van uit zijn ooghoeken langs zijn neus tot en met zijn bek 2 zwarte strepen. Deze worden ook wel traansporen genoemd.De jachtluipaard is ook de enige katachtige die zijn nagels niet in kan trekken.