Nationaal Park van Souss Massa
We zijn op weg naar National Park of Souss Massa bij Sidi Benzarne, een dorpje met ongeveer 800 inwoners. De dorpsbewoners van het dorp zijn veelal sedentaire Berbers, dat wil zeggen zij trekken niet meer als nomaden rond. Deze Berbers bewerken de grond als landbouwers vaak met de hulp van ezels. Ook worden hier schapen en geiten gehouden voor de melk, yoghurt en kaas. Het zijn min of meer huisdieren, die gehoed en geweid worden in de heuvelachtige omgeving. De mensen hier zijn in veel opzichten zelfvoorzienend. Het dorpje ligt aan de ingang van het door vogelliefhebbers graag bezochte National Park Souss Massa midden in de heuvels en naast de monding van de rivier Souss. Dit gebied wordt Oued Souss genoemd. Oued is Arabisch voor ’tijdelijk waterafvoerende rivier’. In dit geval betreft het rivier de Souss, die vooral in regentijden water afvoert. Buiten de regentijd kan de rivier geheel of gedeeltelijk droog komen te liggen. Het gebied rond National Park of Souss Massa is één grote delta van verschillende tijdelijk waterafvoerende riviertjes die allemaal in de Atlantische Oceaan uitmonden. Daarmee is de regio het waterrijk, vruchtbaar én vooral ook vogelrijk.
We worden naar goed Berber gebruik gastvrij onthaald door Lahcen Baha, die officieel als gids is aangesteld van het natuurpark. Zijn charmante Italiaanse vrouw Élena heet ons welkom met een heerlijke tajineschotel. We slapen in hun smaakvol ingerichte woning La Maison Blú. De volgende dag gaan we al bijtijds op pad. Lahcen is geboren en getogen in Sidi Benzarne. Hij kent het gebied op z’n duimpje en, wat meer is, hij is met hart en ziel met zijn geboortestreek verbonden, dat bijzonder rijk is aan flora en fauna. Als professioneel gids weet hij waar hij het over heeft wanneer hij vertelt over de talrijke vogelsoorten en de verschillende antilopesoorten, die in de duinen leven. Hij zou ons, als wij dat willen, de plaatsen kunnen laten zien waar de zeldzame heremiet ibissen broeden. Het is niet ver en gemakkelijk met de auto te bereiken. Nou dat willen we wel. Ondanks zijn traditionele leefwijze is Lahcen een kind van zijn tijd. Hij weet als geen ander dat met de komst van moderne vuurwapens, het gebruik van gemotoriseerde voertuigen en de steeds meer toenemende toepassing van pesticiden in de landbouw de Oued Souss-dieren meer en meer in hun voortbestaan bedreigd worden.
kaalkop ibis
De ‘heremiet ibis‘ ( geronticus eremita ) is een van die bedreigde diersoorten. Gerard Kaal dierenarts en trouw blogvolger, heeft in 1982 meer dan 40 van deze ibissen op verzoek van het Wereld Natuur Fonds in Marokko gesekst met het doel om een evenredig aantal mannetjes en vrouwtjes uit te zetten in het kleine Atlasgebergte. De wetenschappelijke naam ‘Geronticus eremita’ betekent letterlijk ‘oude woestijnkluizenaar’. Hij wordt ook kaalkop ibis genoemd ( Engels: bald ibis – Frans: l’ibis chauve ). Die kale kop verwijs mogelijk naar de woestijnkluizenaars. De grootste kolonie heremiet ibissen vindt nu zijn leefgebied in het National Park of Souss Massa. Tot mijn grote verbazing weet Lahcen precies wanneer de vogels waar zitten. Wanneer we zijn huis verlaten staart een klein steenuiltje ons met een ondoorgrondelijke blik aan. Na een rit van ongeveer 10 kilometer door de heuvels treffen we inderdaad de kolonie aan, zo’n 500 exemplaren volgens Lahcen. De hemelsblauwe lucht ziet letterlijk zwart van de ibissen.
In 1993 is in Marokko een breed programma van start gegaan om deze ‘laatste’ heremiet ibissen te beschermen. Waar ze tot voor kort nog rond de Middellandse Zee, in Turkye en Egypte en voorheen zelfs in de Alpen en Europa nog voorkwamen zijn momenteel Tamri, ten noorden van Agadir in National Park of Souss Massa, naast een klein broedgebied in Syrië/Turkije, de laatste bastions waar groepen van deze zeldzame vogels broeden. Er zijn 7 parkwachten aangesteld om de twee Marokkaanse locaties in de gaten te houden. Zo worden er maatregelen getroffen voor voldoende drinkwater, de broedplaatsen worden voorzien van bruikbare broedrichels en de vogels worden extra beschermd tegen roofdieren. Verder wordt er campagne gevoerd om schoolkinderen bewust te maken van de zeldzaamheid van deze vogels en wordt de lokale bevolking ondersteund met economische voordelen bij biologische landbouw, het houden van bijen en het ontwikkelen van ecotoerisme.
De vogel is grotendeels zwart met een paarse gloed op de vleugels, die een spanwijdte van 95 cm. hebben. De lange rode snavel is omlaaggebogen. Achterop zijn kop heeft hij een kuif en kraag van lange veren. De naaktroze kop is kaal met lange zwarte nekveren. Jonge vogels hebben een donkere kop, een grijze snavel en grijze poten. Wanneer een deel van de kolonie is neergestreken krijg ik de kans om vanaf een flinke afstand een filmpje te maken.
Nationale Park of Souss Massa strekt zich in een 40 kilometer brede strook van Agadir langs de kust uit naar het 100 kilometer verder naar het zuiden gelegen Tiznit. Binnenin het park liggen de reservaten Rokein ( 2000 ha – iets onder Agadir ) en Arrouis ( 1200 ha – iets verder naar het zuiden ). Het zijn extra beschermde gebieden. Boswachters zien onder meer toe op de ontwikkeling van voldoende plantengroei voor de – onder toezicht – in het wild grazende uiterst zeldzame antilopesoorten: de oryx, de addax, de dammagazelle en de dorcasgazelle. Stuk voor stuk bedreigde diersoorten. De addax en de dammagazelle zijn met uitsterven bedreigd, de oryx is dat zelfs in ernstige mate.
Tifnit plage
Wanneer we langs de kust naar Tifnit-plage rijden, verbaast het me dat er hier in de duinen militaire oefeningen gehouden worden. Dat lijkt de natuurlijke omgeving behoorlijk te verstoren. Ik vraag me af in welke mate een leger haar grondgebied ‘beschermt’ terwijl datzelfde leger de natuurlijke staat van dat land tegelijkertijd zelf met zijn aanwezigheid aantast! Kennelijk speelt er een ander ‘lands’belang.
Tifnit is een schilderachtig vissersdorpje, dat menig kunstenaar tot de verbeelding spreekt. Het ligt diep weggedoken in een woestijn-achtig achterland ver van de bewoonde wereld. Ingebed in een grasrijk duinlandschap tussen de zee en de er achterliggende zandduinen, is het lastig bereikbaar. Tekenaars en schilders, vooral uit Frankrijk, ecotoeristen en fervente surf-liefhebbers van over de hele wereld weten het plaatje echter wel te vinden. Het is er aangenaam rustig en de zeewind is er gunstig om te surfen. We moeten de auto aan het strand vlak voor het dorpje achterlaten. Aan de oever van de Noordelijke Atlantische Oceaan liggen talloze knalblauw geschilderde vissersbootjes. Het is een plaatje, dat een fraai onderwerp voor het palet van een kunstschilder zou kunnen zijn. Van daaraf trekken we te voet verder door een uitgestrekt duingebied. We ploegen enkele kilometers onder de hete zon door het rulle zand alvorens we aankomen bij het Arrouais reservaat. Lahcen is hier duidelijk in zijn element. Feilloos leidt hij ons naar de plek waar een groepje oryxen vredig staat te grazen. Door de verrekijker krijgen we we ook nog een enkele dorcasgazelle in het vizier. Het natuurgebied lijkt vooralsnog niet ontdekt door het massatoerisme. Dat is vooral erg gunstig voor de zeldzame dieren die er in het wild huisvesten. Rust vergroot de overlevingskansen van deze dieren.
oryxen
De oryxen worden ook wel spiesbokken genoemd, een antilopesoort die in het wild alleen voorkomt in Afrika en Arabië. Deze dieren zijn uitstekend aangepast aan het leven in droge hete woestijnen. Ze kunnen langere tijd zonder water en hoge stijgingen in hun lichaamstemperatuur aan. Op het heetst van de dag zoeken de dieren wel de schaduw op. Ze zijn te herkennen aan hun lange, dunne rechte hoorns, vrij korte manen, de bult op de schouder en grote hoeven. De dunne vacht is wit van kleur met zwarte, grijze en/of bruine vlakken. Beide geslachten dragen hoorns, die 38 tot 127 centimeter lang worden. En profile lijkt het of het dier slechts één hoorn heeft. Het is om die reden dat men denkt dat de oryx de mythe van de eenhoorn leven heeft ingeblazen. Dit mythologisch dier is sinds de oudheid beschreven als paard-achtig dier met slechts één spitse gedraaide hoorn midden op zijn kop. Het mysterie van de herkomst van het fabeldier wordt grotendeels ontrafeld door de vaststelling dat met die hoorn de slagtand van de narwal bedoeld wordt, een dolfijnachtige die zijn enige lange slagtand gebruikt als een gevoelig tastorgaan. Maar als je van sprookje houdt, mag je gerust in de eenhoorn blijven geloven. Het dier zou overigens alleen voor maagden zichtbaar zijn.
’s Middags genieten we samen met Élena van een lunch met vers gegrilde zeevissen in een Berbertent in de tuin van Auberge la Dune. Het in Berberstijl ingerichte restaurant, met uitzicht op zee, ligt aan het strand bij Sidi R’bat.
vogel reservaat
Daarna trekken we verder onder leiding van Lahcen over ‘ongebaande paden‘ het National Park of Souss Massa in op zoek naar vogels.
Tussen het riet wemelt het van de waterschildpadden. Een kleine kolonie aalscholvers vist aan de waterkant met enkele lepelaars naar voedsel. In de lucht trekken grote vluchten vogels, we zien we er onder meer marmereenden, purperreigers, grauwe buulbuuls en roze flamingo’s. Oued Souss en de hele streek daar rondom heen kent een zeer groot vogelbestand, waarvoor de liefhebbers van heinde en ver – uit binnen- en buitenland – het National Park of Souss Massa komen bezoeken. Het is de thuisbasis van talrijke zeldzame vogels als de Afrikaanse Maghreb-pimpelmees, woestijnmussen, leeuweriken, zoals de Thekla-leeuwerik en minder voorkomende vogels zoals vinken en groenlingen, naast gewone buizerds, de arendbuizerds, visarenden, blauwe reigers, en allerlei andere vogels. Vele ervan komen hier vanuit andere landen om te overwinteren, zoals boerenzwaluwen en ooievaars. In totaal telt het National Park of Souss Massa meer dan 200 verschillende soorten vogels. Voor een volledig overzicht kunt u de website met een ornithologisch reisverslag van Noord- en Zuid-Marokko bezoeken.
In de lijst van bedreigde diersoorten die de reservaten Rokein en Arrouias herbergen, komt de ‘struisvogel met de rode nek’ ook voor. Het is een bijzonder zeldzaam voorkomende ondersoort van de welbekende struisvogel. ‘In het wild’ is zij officieel verdwenen uit Marokko, waar zij voorheen in het zuiden van de Sahara nog voorkwam. Nu verblijven er nog een klein aantal in de reservaten.
Sidi Bolfail
Aan het eind van de middag rijden we naar de kust bij Sidi Bolfdail. Tegen de ruige steile rotswand huizen, soms tijdelijk, soms permanent, plaatselijke vissers in grotwoningen. De natuur is er overweldigend en indrukwekkend. Het lijkt of we aan het begin van de schepping staan, wanneer we de zon majesteitelijk zien ondergaan.
Met het vallen van de avond keren we huiswaarts. In La Maison Blú wacht de familie ons op met een dampende schotel overheerlijke couscous. Daarbij ontbreekt naar ´s lands wijs en ´s lands eer het bestek.
De volgende dag vertrekken we na een smakelijk ontbijt en een hartelijk afscheid richting Riad Aicha in Marrakesh. Hier komen we in de middag aan met tassen vol dierbare herinneringen aan National Park of Souss Massa.
Uit de volgende video blijkt dat er in Europa weer hoop is voor zwarte kaalkop ibis:
P.s.
* De groot formaat foto´s, de foto van Tifnit-plage en die van de oryxen zijn van Loek Hofstede.
* U doet Élena en Lahcen een groot plezier, wanneer je hun levenswerk in National Park of Souss Massa via de Facebook-button op hun site ‘leuk vindt, of wel like-t’. U helpt er hun ‘onderneming’ mee meer bekendheid te geven.
Dank je wel voor jullie prachtige beschrijving van nationaal park Souss Massa. Ik fiets nu al een week door het park en heb bijna alle dieren kunnen vinden die jullie beschreven hebben. Dank daarvoor, 29 jan 2019, hans van kuppevelt