Van noodweer in het Krugerpark is nog geen sprake. Het is nog steeds droog en heet. Marjo is nu voor de derde week in het Kruger reservaat. Agnes, Cees en Claudia zijn met koffers vol herinneringen vertrokken naar Nederland. Het Hollandse gezelschap heeft plaatsgemaakt voor vrienden uit België. Marleen Huyge en haar collega Dominique uit de Dierentuin van Panckendaal in België hebben zich samen met hun vriendin Chris bij Marjo in het Krugerpark gevoegd. Thomas en ik reizen op hetzelfde moment door de westelijke woestijn van Egypte.
Tijdens onze woestijnreis hebben we contact kunnen houden met Marjo in Zuid Afrika. Het blijft een vreemde gedachte dat wij binnen hetzelfde Afrikaanse continent door een gortdroge, lege woestijn trekken en zij op hetzelfde moment door een soms nauwelijks doordringbare jungle. Ik kan Marjo wel bellen, maar e-mail communicatie blijkt over minder begaanbare wegen te verlopen. Met Marleen had ik stoere afspraken gemaakt om te skypen. Dat is uiteindelijk niet gelukt. Wel is er informatie binnen gedruppeld via Josien, medewerkster van Amersfoort Zoo, die zorg draagt voor de columns van Marjo. Deze blog brengt verslag uit van 13 tot en met 20 januari, waarbij ik voornamelijk gebruik maak van de informatie van Marleen, naast die van Marjo zelf.
Van een droge, hete zomer maakte ik al melding in een eerdere blogaflevering. Door de aanhoudende droogte waar het park mee te kampen heeft worden er beduidend meer roofdieren gespot. Jachtluipaarden en panters moeten ten gevolge van de droogte actiever en agressiever jagen, omdat hun prooidieren geneigd zijn zich dieper in de bush verschuilen om energie te sparen. Zeven á acht maanden zonder regen heeft een enorme impact op het hele ecosysteem van de bush. Maar er komt ander weer aan. Na zo’n lange droge periode in Zuid-Afrika pakt dat vaak uit als noodweer.
Marleen stuurt op 13 januari het volgende bericht:
“Het weer is schitterend en ik heb ook iets echt prehistorisch meegemaakt; twee nijlpaard mannen hadden schijnbaar zo gevochten dat een ervan het leven liet. Nu is de natuur aan de ene kant prachtig van de andere kant ook keihard. Dit dode nijlpaard kwam stil te liggen in de bocht van de rivier bij het kamp Olifants genaamd. Op zich al mooi genoeg om te zien, maar de volgende dag was het helemaal opgezwollen en kwamen de krokodillen eraan, van echt wel vier tot vijf meter lang. Zij beten zich vast in het lichaam van het nijlpaard en draaiden dan razendsnel rond om een stuk vlees eraf te scheuren. Soms drie of vier tegelijk. Een tiental krokodillen lag op afstand te wachten tot zij ook hun deel mochten pakken. Een heel duidelijk verhaal: de oudsten en de grootsten waren het meest dominant en vraten zich het eerst vol. Bij elkaar heb ik daar zes uur doorgebracht. Dan is de werkelijkheid op 20 meter afstand toch een totaal andere belevenis dan een natuurfilm. Ook – niet te vergeten – vanwege de afschuwelijke stank.”
Twee cheetah’s ( jachtluipaarden ) poseren op de ‘openbare weg’ vlak bij Mlondozi dam. Een zeldzaam plaatje.
“Ander geval van opperste verbazing: we belandden aan de zijkant van een kudde kafferbuffels, die uit de bosjes te voorschijn kwam. Auto uitgezet en rustig blijven kijken. Ruim 300 buffels! We konden ze tellen. We stonden meer dan een uur te kijken volledig omringd door kafferbuffels: zware stieren, koeien met kalveren van alle leeftijden. Ook had een aantal een zogenoemde ‘collar’ om, een halsband met GPS om de trekroutes te volgen.”
“Verder ben ik erin getrapt bij de groene meerkatten, een elegant klein apensoort, die op enkele openbare openbare picknick-plaatsen rondstruinen en proberen koekjes en fruit van je tafel te pikken. Eigenwijs als ik ben, ga ik ervan uit: dat overkomt mij niet. Maar toch, plotseling een soort windvlaagje en roets…..mijn heel pakje koekjes verdwenen. Er achteraan! Maar aapje de boom in! De hele familie genoot van mijn koekjes. Ik voelde me diep schuldig. Dat ik dieren in het wild de gelegenheid gaf om voor hen slecht voedsel te laten eten! Ik zal beter opletten in de toekomst.”
Marjo is lyrisch over de aantallen olifanten, die door het Krugerpark trekken. Vandaag telt hij er op één dag grofweg zo’n 500!!! olifanten. Dat zijn familiegroepen, die vanwege de droogte op zoek gaan naar water. De oudere koeien wijzen dan meestal de weg naar waar nog water te vinden is. In die laatste waterplassen komen ze hun dorst lessen of, als het al moederpoelen zijn, komen ze hun huid schoon schuren. Hun trekpaden kruisen de asfaltwegen, waar de Krugerbezoekers langs rijden. Ook een flinke groep buffels zoekt in de broeierige warmte een van de nog weinige overgebleven waterpoelen op. Met zijn allen verdringen ze zich in een waterplasje bij Mooiplaas.
In het volgende kamp komt het tot een verrassende close encounter. Een olifant van een flink postuur komt op de geur van een braai ( Afrikaans BBQ ) af. Hij respecteert daar de elektrische omheining waar stroom op staat. Terwijl het voltage van de stroomdraad in feite niet zo veel voorstelt voor een dikhuid van dit kaliber, laat het dier zich toch, verrassend genoeg, weerhouden. Van de andere kant ook een eenvoudig en onschadelijk middel om de dieren op een veilige afstand te houden of ze naar graziger gebieden te leiden.
Even later vindt er op het heetst van de dag een heuse verkeersopstopping plaats. Een groep van elf leeuwinnen ligt uitgebreid lui te wezen op het warme asfalt. Zij veroorzaakten een flink oponthoud op de weg. Er is geen doorkomen aan voor het verkeer. Tegelijk natuurlijk ook een uitgelezen kans voor de vaak fanatieke fotografen, die het Krugerpark juist voor dergelijke unieke gelegenheden bezoeken. Voor de leeuwinnen is de rij wachtende auto’s geen reden om zich te haasten of om op te staan. Sterker nog; zij laten zich de aandacht niet ontnemen. Op hun gemak poseren zijn gewillig voor de cameralenzen. Ook aan wild-life is ijdelheid kennelijk niet vreemd.
Een andere kwestie is: wees op tijd terug in het kamp, want als de poorten gesloten zijn kom je er niet meer in. Dat is voor Marjo altijd net op de nipper. Deze keer had hij een goed excuus. Vlak voor de entree van het kamp was er oponthoud vanwege een groep hyena’s. Opjagen is natuurlijk geen optie in dit koninkrijk der dieren. Er wordt geduldig gewacht totdat er door de hyena’s plaats gemaakt werd voor de gemotoriseerde ‘heilige koeien’ uit een ander universum. Iedereen was te laat. Er werd door de anders zo strikte poortwachters voor deze gelegenheid een uitzondering gemaakt en iedereen mocht – zonder boete – toch nog naar binnen.
De volgende dag kondigt zich het noodweer in alle hevigheid aan.
Sinds gisteren middag regent het. En HARD mag ik zeggen. Heel vaak en heel veel water. Dat duurt nu ongeveer 18 uur. Werkelijk, ik had nog nooit zo intens gezien wat waterkracht is. Een rivier waarvan we de dag ervoor nog over de betonnen brug reden, waar het water twee meter onderdoor liep, klotst nu met volle snelheid en kracht twee meter hoog over diezelfde betonnen brug heen. Alles meesleurend, rietpollen, dikke wortels, complete bomen en enorme hoeveelheden modder en zand, stort de rivier zich stroomafwaarts naar beneden. Enerzijds fascinerend, anderzijds ziet het er indrukwekkend gevaarlijk uit. Een gedeelte van het Skukuza kamp loopt al onder water en de laagst gelegen huisjes worden ontruimd, omdat het watergeweld niet vertrouwd wordt voor de nacht. Het water stijgt een halve meter per uur. Helicopters vliegen rond om mensen, die nog in het park rijden, aan te sporen naar het kamp te rijden, omdat er steeds meer verbindingsbruggen ontoegankelijk worden. Op dit moment mag niemand meer het kamp uit en van buitenaf is Kruger ook niet meer toegankelijk. Alles bij elkaar een heel spannend avontuur, dat weer een heel ander licht op een bezoek aan Afrika werpt. Het is noodweer in het Krugerpark. Schitterend om mee te maken!
Wegen worden afgesloten en de lage bruggen worden overspoeld door enorme watermassa’s. Het is echt noodweer geworden. De foto’s zijn van Marleen Huyge.