Vandaag staat kamp Mopani op het programma. Na een lange en wel wat vermoeiende reisdag is het heerlijk om droomloos te slapen en helder wakker te worden op zo’n bijzondere locatie, op een steenworp afstand van de Paul Kruger Gate. Het is 3 januari 2011, in Nederland staan waarschijnlijk de bloemen op de ruiten. Hier staan de bloemen uitbundig buiten onder de warme zon in schitterende kleuren te geuren. Bij het opzij schuiven van de gordijnen wordt de kamer overspoeld met een zee van oogverblindend zonlicht. Een zwoele, warme lucht vol met welriekende geuren, stroomt binnen wanneer de tuindeuren open gaan. Ik kijk uit op een tuin waar de kleuren over elkaar heen buitelen. Afrika stroomt onze kamer binnen! Na een smakelijk ontbijt op de open waranda van het Protea Kruger Gate Hotel checken we uit. We gaan vol verwachting op weg naar de 500 meter verderop gelegen ingang van het park en passeren daarbij de brug over de Sabi rivier.
Op hetzelfde moment dat we over de brug lopen komt er vanaf de oever van de Sabie rivier een forse Afrikaanse olifantstier aanlopen om in de rivier zijn dorst te lessen en een ochtendbad te nemen. Fantastisch! Wij staan beiden perplex en zijn verrukt!. We zijn nog niet eens het park binnen gereden en hier dient het Afrikaanse wildlife zich al in zijn volle glorie aan in de majesteitelijke verschijning van een olifant! Het bijzondere vind ik wel dat het dier zich dus buiten de Kruger omheining bevindt. Het wordt direct heel duidelijk dat het hier niet om een goed beschermde en veilige dierentuin gaat, of een rondtrekkend circus, waarbij de dieren voortdurend op transport gezet worden. Nee, dit is het land waar olifanten leven. Dit is hun domein, hun terrein en hun leefgebied. Dat daar dan ’toevallig’ ook nog mensen neergestreken zijn, is dan een bijkomende omstandigheid. Natuurlijker kan het niet, voor wat wildife betreft.
Marjo schrijft ons bij de receptie van de Paul Kruger Gate in voor een volle maand. Het is gebruikelijk dat bezoekers een dagje of hooguit drie tot vijf dagen in het Krugerpark verblijven. Veel georganiseerde reisbureaus bieden een dergelijk verblijf aan voor natuurliefhebbers en geïteresseerde dagjesmensen. We vormen de spreekwoordelijke uitzondering op de regel. De hele maand januari in het Kruger. In principe komen wij alleen buiten het park voor de nodige boodschappen om in ons dagelijks levensonderhoud te voorzien. In Phalaborwa – een stad westelijk van het park ter hoogte van kamp Letaba – ongeveer 75 km van kamp Mopani, zijn de meeste supermarkten. Zo krijgen we de unieke gelegenheid het dagelijkse leven in het park op de voet te volgen.
We zijn nauwelijks het Krugerhek gepasseerd of op nog geen 500 meter na de entree worden we al getrakteerd op een groepje van 4 leeuwinnen, dat in een lommerrijke schaduw verscholen ligt. Dat is uitzonderlijk, om al zo snel in het park oog in oog te komen met zo’n tamelijk zeldzaam roofdier. Marjo had verleden jaar een maand lang geen enkele leeuw of leeuwin gezien! Die dieren komen echt niet commando op passerende safari-gangers af. Onze dag kan in ieder geval niet dus meer stuk. De natuur in het park is werkelijk overrompelend en niet vergelijkbaar met de natuur in de verstedelijkte en in cultuur gebrachte ‘natuur’, waarin we normaal leven. Hier gaat de natuur zijn eigen gang, rivieren worden niet gekanaliseerd en de bossen zijn niet aangelegd of onder landschappelijke architectuur ingericht. Hier regeert de natuur zelf, verrassend grillig en vaak onwaarschijnlijk mooi.
We zijn op weg naar kamp Mopani, een van de noordelijk gelegen restcamps. Ondertussen maken we na 104 km. een lunch-stop in het Satara Camp, een accomodatie, waar we over 10 dagen, 10 dagen zullen gaan doorbrengen. Na Satara is het nog 116 km. naar Mopani.
Onderweg zijn we getuige van de gigantische variëteit van de in het wild levende dieren. Op die 220 km. lange rit zien we onder meer: kuddes met grote groepen olifanten, veel alleen levende mannetjes olifanten – de zogenaamde ‘lonely bull’s’, die buiten kuddeverband leven ) , de 4 genoemde leeuwinnen, enkele nijlpaarden, een krokodil, watterbokken, koedoe’s, honderden impala’s, een groepje giraffen, een wrattenzwijn, zebra’s, kafferbuffels, gnoe’s ( wildebeesten ) en een paar bavianen. Verder een maraboe, verschillende gieren, waaronder de witkop gier, de vale gier en de tamelijk zeldzame lappengier, een bataleur ( een kleurijke roofvogel ), wevervogels, zwaluwen in verschillende soorten, patrijzen, enkele schilpadjes en kameleons, die de asfaltweg oversteken, een land- en een watervaraan, en meerdere groene meerkatten ( een klein apensoort ). Om maar even een indruk te geven van wat ons ongetwijfeld allemaal nog te wachten staat!
Klokslag 18.30 rijden we, als hekkensluiters, de poort van kamp Mopani binnen. Goed getimed, want na sluitingstijd wordt er geen enkele auto meer toegelaten in het kamp. Op straffe van een fikse geldboete mag je dan wel weer naar binnen. De volgende dag gaan de hekken om half vijf weer open om het park binnen te rijden. Het immense park is omsloten door een afrastering. Eenmaal binnen mag je de auto niet meer uit, behalve op de zogenoemde ‘uitklimplekke‘, waar het veilig genoeg is om te picknicken. Ook in de kampen kun je natuurlijk uit de auto.
Kampen of restcamps, zijn een soort eenvoudige bungalow-parken, omheinde nederzettingen met een receptie, winkeltje, restaurant, zwembad en tientallen huisjes met braai als accommodatie voor de gasten. In totaal zijn er 12 van die hoofdkampen. Ze variëren in grootte, sfeer en comfort. Binnen de omheining van 9 van die kampen zijn er naast de bungalows om in te logeren ook kampeerplaatsen. Verder zijn er nog enkele ‘Bushveld Camps‘, midden in de natuur zonder omheining, waar een beperkte – ongeveer 8 tot 10 bungalows – gelegenheid is om in een self-supporting-accommodatie een bepaalde periode te overnachten. Vervolgens zijn er nog de zogenaamde hide‘s, die ook midden in de natuur liggen, altijd aan een waterpartij of bij een rivier. Overdag kun je hier in alle rust en stilte wildlife en vooral ook vogels spotten. In enkele van de hide’s kun ’s nachts overblijven. Wanneer je avontuurlijk genoeg bent aangelegd, dan kun je hier voor één nacht een overnachting boeken – midden in de bush ben je dan op jezelf aangewezen. Voor elk wat wils, dus.