Tihongonyeni
Het is voorjaar, broedseizoen voor vogels, veel drachtige dieren en overal bloesemt de natuur op. We gaan op weg naar de open vlakte van Tihongonyeni. Daar staat een waterput. Deze door windmolens aangedreven waterput is aangelegd als extra drinkwatervoorziening voor tijden dat er niet genoeg natuurlijk regenwater is. Hier komen met name in de drogere perioden veel olifanten op af. Vanaf Mopani is het maar 5 km naar Mooiplaas, ook een grote open plek met een waterput, die altijd dieren trekt. Vanaf Mooiplaas rij je ongeveer 10 km over de S50, daarna links af de S143 op. Deze weg wordt ook de Tropic of Capricorn Loop genoemd, omdat hier ongeveer halverwege de Steenbokskeerkring de weg kruist. Op deze hoogte bevindt zich ook Tihongonyeni plaats. Bij de Tihongonyeni waterput is de kans groot om veel wild te zien, naast olifanten ook de grotere antilope soorten zoals Lichtenstein’s hartenbeest en sabelantilopen en niet te vergeten de zeldzamere roan-antilope en de tsessebe.
Vanmorgen hebben we onze eerste tour rond Mopani kamp gemaakt. Het is nog tamelijk vroeg in het voorjaar is en doordat het al een tijdje niet geregend heeft, is de savanne kaal en leeg. Het maakt soms zelfs een desolate indruk omdat de aarde er over grote oppervlakken zwart geblakerd is door gecontroleerde branden. Aan alles is te merken dat we hier in het hogere gedeelte van het Krugerpark zijn beland. Het is er rustiger, stiller en je voelt je dichter bij de natuur. Er staan maar enkele auto’s bij de receptie, de kampwinkel is kleiner, heeft een minder groot assortiment met souvenirs en onze kamer geen tv. We missen het ‘circus’ van het zuiden niet.
bijzondere antilopen
De enkele dieren, die we over de grote droge vlakken zien grazen, maken een beetje een troosteloze indruk. Dat is de natuur. Die past zich niet aan ons aan, omdat wij die graag wat idyllischer zouden willen zien. De natuur is seizoengebonden. Als de voorjaarsregens hier straks losbarsten breekt de aarde open en verandert de savanne in enkele dagen van een gort droge vlakte in een uitbundig bloeiende wildernis-tuin. De dieren, díe we zien, zijn wél bijzonder. Via de Tropic of Capricorn Loop komen we bij Tihongonyeni plaats, een grote vlakte met een door Kruger aangelegde drinkplaats, waar een groepje Tsessebe antilopen rond dwaalt. Dit is een elegant ogend, kastanje bruin antilope soort met kortere holle hoorns. De soort is onlangs zeer succesvol opnieuw in het Krugerpark geïntroduceerd, nadat het dier enkele jaren afwezig is geweest op de Krugertuin savanne. De tsesseby of sassaby is een ondersoort van de lierantilope. Antilopen komen in verschillende soorten en ondersoorten voor, de naam wordt gegeven aan verscheidene holhoornige hoefdieren, die voornamelijk in Afrika leven. Enkele soorten leven in Azië.
Marjo spot in de verte op Tihongonyeni ook nog een Lichtenstein’s hartebeest, een antilopesoort dat als sinds jaar en dag niet meer in het Krugerpark voorkwam. Maar via een beschermd fokprogramma zijn er afgelopen jaar enkele tientallen dieren van uitgezet in het park, die het nu al redelijk goed doen in de vrije natuur. Naast de vaker voorkomende antilope-soorten als de koedoe, de nyala, de gnoe of wildebeest, waterbok en impala is de antilope-variatie nu dus uitgebreid met de tsessebe en het Lichtenstein’s hartebeest. Er wordt zo doende voortdurend gewerkt aan het wild beheer van het park.
secretarisvogel
Iets verderop krijgen we een secretarisvogel in het vizier. Dat is een beetje een excentrieke vogel, die zich niet zo vaak vertoont op de open savanne. Het is een roofvogel, die – waarschijnlijk vanwege zijn eigen gewicht – niet zo heel gemakkelijk kan vliegen. Aan zijn kuifveren heeft hij zijn naam te danken. Vanwege die pluimveren op zijn kop is hij vernoemd naar een ouderwetse secretaris. Die hoofdpluimen, die typisch zijn voor de secretarisvogel, doen denken aan de veren schrijfpennen die vroeger door klerken werden gebruikt. Met zijn parmantig kuifje wandelt hij op hoge poten koket door het savannegras. Die poten fungeren overigens als geduchte klauwen, waarmee hij met gemak een flinke slang aan de haak kan slaan, die hij dan in zijn geheel inslikt. Ook gebruikt hij zijn stevige poten om zijn prooi dood te trappen. Zijn prooi bestaat uit kleine zoogdieren, andere vogels en reptielen en soms in barre tijden ook sprinkhanen.
Terug in het Mopani kamp scharrelen 3 malse patrijzen rond het huisje in de tuin, gevaarlijk dicht bij de braai. Maar – wees gerust – er staan voor vanavond spruitjes met braadworst op het menu. Groet vanuit broeierig warm en amazing Kruger.