In Nederland zit ik nu als ghost-writer voor Marjo achter de laptop. Dat ik hem net zo lief vergezeld had om direct ter plekke verslag te doen van allerlei interessante, smeuïge verhalen over zeldzaam wildlife, dat moge duidelijk zijn. Maar dit terzijde.
Vandaag komt het eerste bericht van Marjo en Liesbeth vanuit het Krugerpark via digitale snelwegen en met behulp van Simone van Suchtelen binnen. Hij heeft gebruik kunnen maken van de computer van Christy, Kruger public relation medewerkster in het Mopani-kamp.
“De vliegreis is goed verlopen en ondanks een bezettingsgraad van zo’n 600 passagiers in de ‘kist’ was het een comfortabele vlucht. De bagage is niet meegevlogen :-( , maar die werd twee dagen later nabezorgd :-) . Liesbeth is de eerste dagen druk geweest met het ordenen en het op maat sorteren van de kleding, die we meegekregen hadden om uit te delen. Dank zij een bliksemactie, die in het Dierenpark Amersfoort is gehouden, is er een flinke hoeveelheid kleding opgehaald, waaronder ruim 100 BH’s, een item waar de Afrikaanse dames erg mee in hun nopjes zijn.”
“Direct bij de ingang van het Krugerpark worden we getrakteerd op badende olifanten in de Sabierivier. Dat is een leuke binnenkomer: wildlife dat ons al verwelkomt bij de entree van het park. Wij krijger er meteen zin in. Al op de eerste dag hebben we vanuit het Skukuza kamp Truus en Arend bezocht, die nu al meer dan een jaar in Zuid-Afrika wonen, in het Merloth Parc. Dit park heeft een gemeenschappelijke grens met het Krugerpark vlak bij Crocodile Bridge. Zij hebben het daar, ondanks hun voortdurende strijd tegen inbrekende bavianen, fantastisch naar hun zin. Er lopen tijdens ons bezoek een paar koedoe’s en enkele zebra’s door de voortuin, dat is hier een bijna alledaagse tafereel. Er bewegen ook minder welkome gasten door de tuin. De buurman komt even langs met een zelfgemaakte slangen-vangstok, een handig ding dat hier niet tot overbodig tuingereedschap behoort, dat regelmatig van pas komt in Merloth Parc. Met de gepaste trots van een amateur circus-artiest showt hij zijn vangstok met een sissende cobra in de lus. Erg spannend natuurlijk allemaal, wanneer je dat vanaf het terras in je achtertuin beleeft.”
“Nauwelijks terug in het park of er hangt zo’n vijfhonderd meter verderop een luipaard in de boom. Omdat ze zich meestal op een dikke tak hoog in de bomen ophouden, worden ze vaak over het hoofd gezien. Verder sluipen ze vaak onopgemerkt en onhoorbaar door dicht struikgewas of liggen ze ergens stil op de loer. Heel bijzonder dus wanneer je ze ziet, zeker als je weet dat er hooguit 1.000 exemplaren van deze roofdieren in het park – op een oppervlak van ongeveer 30.000 km2 – te vinden zijn. Een dag later steken er twee honingdassen de weg over. Deze dieren laten zich ook al niet zo snel in het openbaar zien. Meestal is hij ’s nachts en in de schemering actief. Honingdassen scharrelen ook rond in het Satara-kamp op zoek naar etensresten in de afvalemmers die in de buitenkeuken staan, zoals Henny zich nog wel zal herinneren. ( Meer hierover in De vleermuizen nacht en N’wanetsi uitklimplaats. ) We hebben hier de eerste dagen niet over gebrek aan zeldzaam wildlife te klagen, want vervolgens kruist er een echt zeldzame onvervalste zwarte neushoorn ons pad. Voor Liesbeth is het de eerste keer, dat zij in de vrije natuur oog in oog komt met een zwarte- of puntlip neushoorn. Naast dat deze neushoorns zeldzamer zijn dan hun witte- of breedlip soortgenoten, zijn ze ook schuwer en agressiever.”
“Vlak voor de ingang van het Skukuza kamp krijgen we te maken met een uitzonderlijk zeldzaam wildlife incident. We zijn, zeer tot onze verrassing, getuige van een grote meute piepende en blaffende hyenahonden, zo’n 23 stuks maar liefst. We zijn ze op ons gemak aan het fotograferen, wanneer de groep hyenahonden plotseling en masse de berm inschieten, waar een dodelijk verschrikt impala-kalfje uit te voorschijn springt. Het diertje, achtervolgd door de troep hyena’s, springt in paniek op de motorkap van een stilstaande Landrover en glijdt er, struikelend over de ruitenwissers, ongelukkigerwijs direct weer van af de grond op, waar het ter plekke door een tiental honden uit elkaar gescheurd wordt. Dat alles vindt in een vloek en een zucht plaats, binnen enkele seconden is het gebeurt. We waren verbijsterd. Ook voor mij de eerste KILL, die ik in het Kruger meemaakte. We moesten echt wel even bekomen van de schrik.”
“Terug bij het Mopani kamp, is alles weer pais en vree. Bij een stak blauwe hemel en ruim 38 graden warm zien we in één view 32 olifantenbullen grazen samen met een groep zebra’s, een aantal buffels, enkele struisvogels, tsessebee’s, gnoe’s en een club nijlganzen. Kortom Kruger op zijn mooist! De tsessebe is als ondersoort van de lierantilope ook zeldzaam wildlife in het Krugerpark.”
“Een voortdurend en nog steeds toenemend probleem vormt het stropen van de neushoorns. Dit jaar is een triest record bereikt. Bijna 600 neushoorns zijn om hun hoorn vermoord. Dat is, welgeteld, bijna 2 per dag! Er is in het Krugerpark een actie bedacht om de publieke opinie te beïnvloeden: Een knalrode plastic hoorn op de motorkap van de auto met de tekst: Wij zijn tegen stroperij!! Het lijkt meer op een ludieke actie dan een serieus wapen tegen de oprukkende stropersbende. Of het helpt, zo’n super-idioot ding op je wagen, is de vraag, maar het is tenminste iets. Ik heb er twee onder elkaar op gezet, dan lijkt het tenminste nog wat. We doen er alles aan om zeldzaam wildlife voor uitsterven te behoeden en voor de toekomst te behouden.“