Colombo zoo
Colombo is weliswaar niet officieel de hoofdstad van Sri Lanka, maar het is met zijn bijna 650.000 inwoners onmiskenbaar de grootste stad van het eiland en het economisch centrum van het land. Kotte is de hoofdstad van de eilandstaat Sri Lanka. In Azië is Sri Lanka een van de economisch welvarende landen. Dit is vooral te danken aan de nijvere instelling van de Sri Lankees; er is een actieve middenstand, die hecht aan zelfstandigheid en financiële onafhankelijkheid. Toch wordt Sri Lanka gerekend tot de ontwikkelingslanden met een laag gemiddeld inkomen.
Sinds 2009 is er een fragiel bestand in de strijd tussen de Singalezen, de meerderheid van de bevolking, en de Tamils, een etnische minderheid in het Noorden. Die strijdbijl dateert in feite al van een ver historisch verleden, toen de Tamils van India overstaken naar Sri Lanka en de plaatselijke Singalezen naar het zuiden verdreven. De rust is nu teruggekeerd op de parel van de Indische Oceaan en het land vaart er wel bij. Het verdient zijn titel ‘Sri’ weer, dat betekent ‘eerbiedwaardig’.
Mede dankzij deze recente politieke rust geniet het land weer van een toenemende toeristische belangstelling. De natuurlijke schoonheid van Sri Lanka, de tropische bossen, stranden en het landschap, evenals zijn rijke culturele erfgoed, maken het een populaire bestemming. Het ‘schitterend eiland’ herstelt langzaamaan ook van de tsunami, die vooral het zuidwestelijke deel op 26 december 2004 zo desastreus getroffen heeft. Het eiland ligt in de tropische klimaatzone met natte moessons. In het noordoosten duurt de regentijd van december tot maart en in het zuidwesten van mei tot oktober, waar ik net een flinke natte staart van meekreeg. De temperatuur is daarbij heel aangenaam, zo rond de 30 graden. Vochtig en warm dus.
Het eiland kent een weelderige plantengroei met een enorme biodiversiteit. Zo groeien er bijvoorbeeld meer dan 20 verschillende soorten bananen en heb ik er fruitsoorten gegeten, waarvan ik het bestaan niet vermoedde.
Na een enerverende rit door de grootstedelijke verkeerschaos met het plaatselijke vervoermiddel, de tuk-tuk, kom ik aan bij de National Zoological Gardens, de Colombo Zoo of te wel de Dehiwala Zoo.
Prominent en vooraan in de 10,1 ha grote tuin trekt een flinke vijver met een enorme kolonie pelikanen de aandacht. Deze vogels zijn inheems in Sri Lanka. Ze vallen op omdat ze zo’n grote groep vormen en omdat ze vrij rondvliegen; met een vleugel spanwijdte van 3 meter is dat een imponerend gezicht. Zij behoren tot de grootste vliegende vogels. Ook naast de gezamenlijke jacht zijn pelikanen sociale vogels. Ze broeden in kolonies, waar ze dicht op elkaar zitten. In gevangenschap komen ze pas tot broeden als ze minstens met z’n achten zijn.
Pelikanen golden in het vroege christendom als symbool van opofferende moederliefde. “Moederpelikanen” werden afgebeeld met een door henzelf opengepikte borst, waardoor de jongen met bloed gevoed konden worden. De pelikaan heeft een lange snavel en een keelzak waaruit hij de jongen voert met halfverteerd voedsel dat roodkleurig is. Bepaalde pelikanen hebben in de broedtijd een rode vlek op krop en keelzak die op een bloedende wond lijkt. Deze waarnemingen hebben tot het volksgeloof geleid dat de pelikaan zijn borst openpikt om met zijn eigen bloed de jongen te voeden.
De populaire Colombo Zoo heeft veel te bieden, onder meer een uitgebreid aquarium, een vlindertuin, een zeeleeuwen bassin waar bezoekers de dieren kunnen voeren en verschillende locaties waar inlandse olifanten ten tonele worden gevoerd ter kennismaking en tot vermaak.
olifanten aan de ketting
Er is een groot olifantencomplex in aanbouw, waarbinnen de geliefde dikhuiden te zijner tijd zich vrij kunnen verplaatsen. Wanneer het klaar is is nog niet bekend, maar wanneer het uiteindelijk zover is is er ruimte genoeg voor een olifantenarena. Hierin kunnen de dieren dan vrij rondlopen. Tot op dit moment staan ze nog als wilde en gevaarlijke dieren aan de ketting en dat doet een beetje vreemd aan, omdat in veel Aziatische landen als Thailand en India olifanten vaak gedomesticeerd zijn en als hulp in de bosbouw functioneren.
De bull hiernaast op de foto mag onder het toeziend oog van 3 oppassers zijn dagelijks bad nemen. Hij is met zijn enorme slagtanden het lievelingetje van het publiek. In tegenstelling tot hun Afrikaanse soortgenoten hebben bij de Aziatische olifanten alleen de bullen slagtanden. Bij Aziatische olifantkoeien ontbreken de ivoren slag- of stoottanden.
John Hagenbeck, die de Dehiwala Colombo Zoo begon, kwam uit een familie van dierencircus eigenaren. Op een oppervlak van 5 acres verzamelde en hield hij dieren voor de handel. Deze maat werd voornamelijk gebruikt voor de vlaktemaat van landbouwgrond. De gedachte achter de waarde van de oppervlaktemaat is dat het een man met een os ongeveer één dag kost om het te ploegen. In 1936 werd de tuin overgenomen door de overheid en uitgebreid tot de de huidige omvang van 22 acres. De Colombo Zoo is beroemd in de dierentuinwereld vanwege haar landschappelijke tuinarchitectuur en enorme variatie aan bomen. De grasvelden zijn omgetoverd in kleine bos- en boompartijen, die een natuurlijke omgeving vormen voor de gevarieerde diersoorten.
kameel
In de tropische warmte van de Colombo Zoo blijkt een prachtige Aziatische kameel prima te gedijen. Hij doet zijn naam eer aan; het woord KaMeeL is afgeleid van het Arabische ‘G-M-L’ – ‘dzjamiel’ – dat zoveel betekent als ‘schoonheid’.
Er staat hier inderdaad een pracht exemplaar van een sierlijk beest.
Kamelen staan bekend om hun vermogen zich aan te passen aan grote temperatuurwisselingen. Ze gaan pas zweten wanneer hun lichaamstemperatuur boven de 40 graden komt en in de winter overleven ze met gemak Siberische temperaturen ver onder nul.