berichten uit het Krugerpark
Er zijn weer berichten binnengekomen vanuit het Krugerpark en ik heb weer nieuws over de dappere woudlopers in Zuid-Afrika. De jongens blijken dus springlevend en wel tussen al die wilde dieren te verkeren. Sterker nog, ze genieten – veilig en wel – volop van de enorme biodiversiteit in het Krugerpark en de zonovergoten savanne. Het duo – opperhoofd Marjo met verslaggever Fred – wordt deze reis gecompleteerd met René Peters. René was in de jaren -60 en -70 een gewaardeerde collega van Marjo en Fred in Dierenpark Amersfoort. Naderhand heeft hij bijna 35 jaar als boswachter en jachtopziener actief geweest voor het natuurbehoud in Nederland. Het wordt wel een over het hoofd gezien, maar Nederland heeft ook zijn eigen natuur en landschap. Dat is het terrein van lokaal Nederlands wildlife. Dat is weliswaar minder divers, maar ook minder gevaarlijk en bedreigend dan het Afrikaanse wildlife, maar daarom niet minder interessant. Dat wat we hebben is in der geval zeer zeker de moeite van het behouden waard. Zuid-Afrika is nieuw voor René. Eerder heeft hij al Kenia, Tanzania en Uganda in Oost-Afrika bezocht. Het Krugerpark bezoeken is een lang gekoesterde wens van hem, die nu eindelijk in vervulling gaat.
Na een reis van 36 uur uit ( Amersfoort ) & thuis ( in het Krugerpark ) en na het noodzakelijke horizontaal ‘wegwerken van de jetlag’ werd het uitgeslapen trio direct na de Skukuza kamppoort getrakteerd op een koppel bushbokken, honderden impala’s, wrattenzwijnen, hyena’s en zo’n 40 maraboes, die zich aan het Afrikaanse zonnetje tegoed doen. Het is er rond de 35 graden. Afrikaanser kan het niet.
Alleen de grote aantallen boerenzwaluwen, die hier nog aan het overwinteren zijn, doen nog aan het Hollandse laagland denken. Ze zijn nog ruien en vinden hier verder nog alles wat ze nodig hebben. Wanneer ze voorzien zijn van een nieuw verenkleed dan is het tijd om te vertrekken. In de tijd dat de Afrikaanse herfst begint dan migreren de boerenzwaluwen naar de Hollandse lente om daar een nieuwe zomer aan te kondigen. Apartheidsproblemen met ‘vreemde vogels’ hebben de ‘Hollandse’ boerenzwaluwen overigens niet. De geelsnaveltok en de hamerkop – zie foto rechts – , het kleinste soort ooievaar dat bestaat, delen gebroederlijk met de boerenzwaluw land en lucht.
Autochtoon – allochtoon, het maakt allemaal geen verschil. Wanneer er voldoende voedsel is, leven de dieren in de natuur vreedzaam naast en met elkaar. Mooi dat dát ook in Zuid-Afrika kan. De zuidelijke geelsnaveltok is een middelgrote en kleurrijke vogel uit de familie van de neushoornvogels die in zuidelijk Afrika leeft. Het is een wijdverspreide vogel, die goed tegen een droge omgeving kan. De zuidelijke geelsnaveltok is inheems in Angola, Botswana, Malawi, Mozambique, Namibië, Swaziland, Zambia, Zimbabwe en Zuid-Afrika.
De volgende dag lopen de temperaturen op tot 37 graden. Bij picknickplaats Asfaal op weg naar Pretoriuskop is het tijd voor een koffiestop. Van Pretoriuskop, een kamp zo’n 50 kilometer ten zuidoosten van Skukuza, komen langs de Napi road de eerste olifanten en een witte neushoorn in beeld. Aan een zandpad dat min of meer parallel loopt aan de Napi road loopt een zebrahengst met de sporen van een leeuwenklauw op zijn achterbil. Hij is aan de ‘dans van de jungle’ ontkomen en heeft een tweede kans gekregen. De birdhide van Skukuza is vanmiddag een toonbeeld van de biodiversiteit in het Krugerpark: nijlpaarden, nijlganzen, grote en kleine ijsvogels, jacana’s en een krokodil, die een enorme vis verschalkt.
De derde dag is weer een dag waarop volop wild gespot wordt. Eerst een groep bavianen hoog in een boom. Ze zitten elkaar rustig te vlooien om de sociale orde binnen de familie in tact te houden. Vervolgens een paar neushoorns, die verkoeling vinden in een poel langs de weg. Dat zie je alleen als het heel warm is. Ze badderen er lustig op los.
Op weg naar Mlondozidam steken enkele neushoorns de weg over. Even verderop trekt een kleine kudde olifanten voorbij met een olifantkoe, die twee kalveren achter haar aan heeft lopen. De een is nauwelijks een half jaar oud, de ander ongeveer 3 jaar. Het is een aandoenlijk tafereeltje. Mlondozidam zelf is een hooggelegen picknickplaats en biedt een schitterend uitzicht op de oevers van de beneden liggende Mlondozi-rivier. Er liggen zo’n veertig nijlpaarden te snorkelen in het water. Een stel neushoorns zoekt verkoeling in de schaduw van een lommerrijke boom en een groep olifanten trekt de rivier voor het stuwmeer van de dam over. Van de kleintjes steken alleen de slurfjes boven het water uit. Al met al een Krugerdag, zoals je die voorstelt wanneer je er verwachtingsvol naar toe reist.
Langs de weg terug richting restcamp Lower Sabi biedt Sunset dam weer een prachtig schouwspel de biodiversiteit van het Krugerpark: krokodillen, ooievaars, nimmerzats, boomeenden, bavianen, impala’s en diverse steltlopertjes. Aangekomen in het restcamp lijkt het weer te gaan veranderen. In de verte pakken donkere wolken aan de hemel samen en de wind trekt aan. Een verfrissende plons in het zwembad kan nog net.