Het is de zesde week voor Marjo in het Kruger , voor Fred en Dolf de tweede week en wat hen betreft is het bird watching time. Fred is een echte vogel fanaat, getuige zijn sms-jes. Aandacht voor dat luchtig kwetterend gefladder is een welkome afwisseling na die bizar lange droogte en het heftige noodweer met z’n al z’n kadaver party’s.
Krugerpark bird watching 4 februari 2012
Vanmorgen in de motregen groene meerkatten en zebra-mangoesten aan de ontbijttafel gehad. Groene meerkatten zijn een dartel apensoort, dat zich veel op open plekken ophouden en geen last hebben van verlegenheid als het gaat om het bij elkaar scharrelen van hun dagelijkse kost. Op picknickplaatsen waar bezoekers hun proviand geneigd zijn royaal te etaleren, zijn ze veel te vinden.
Zebra-mangoesten zijn grappige beestjes met een hoog knuffelgehalte. Zij graven met hun scherpe klauwen groepsgewijs de aarde los op zoek naar insecten, termieten, keverlarven, duizendpoten, hagedissen, kikkers, slangetjes en ook muizen. Soms eten ze ook plantenwortels en vruchten. Een geliefd tussendoortje is een vogelei. Zij danken hun naam aan de gestreepte vacht.
Verder worden een ibis, paradijsvliegenvanger, lel-kiviet en een vleiloerie/-lori gespot. De officiële naam voor de vleiloeri is de Jacobijn koekoek. Afrikaanse koekoeken leggen vaak hun ei in het nest van de paradijsvliegenvanger.
Bij de lel-kiviet krijg ik even het idee op een congres voor ornithologen beland te zijn of bij een theatervoorstelling van Toon Hermans. De dieren bestaan echt, ontdekte ik met behulp van Voëls van Suider-Afrika. Een plaatje van deze exoten lijkt me hier wel op zijn plaats, uiteindelijk is niet iedereen vogelaar.
Dé plek voor bird watching in het Krugerpark is een zogenoemde ‘hide’. Hiervan zijn er een groot aantal in het park te vinden. Ook Lake Panic hide is speciaal ingericht voor bird watchers. In deze beschutte hut is de vogelliefhebber ‘onzichtbaar’ voor vogels. Je wordt geacht er te fluisteren of tenminste met een gedempte stem te spreken. Vogels voelen zich in die omgeving op hun gemak, zijn er rustiger en blijven langer op hun stek zitten. Ideaal voor fotografen, die hier soms wel een halve dag of zelfs langer in alle rust verblijven.
De hagedash ibis heet op z’n Zuid-Afrikaans:Hadeda ibis:’n redelik algemene en wydverspreide standvoël wat in klein groepies by riviere en watergate voorkom. Nesmakery is in Oktober en November aangeteken. Wanneer hulle na of van hul slaapplekke vlieg of versteur word, is hulle besonder lawaaierig. Hulle is insektvreters. Geroep: ’n skor: ‘haa! ha-deda!’ wat dikwels herhaal word – vanwaar hul naam.
Krugerpark bird watching 5 februari 2012
Vanmorgen om 05.30 uur vanuit het rustkamp het park ingereden. Onderweg naar de plaats waar we zouden ontbijten zagen we twee slapende neushoorns en drie hyena’s. Bij de ‘uitklimplek’ van Berg en Dal ( ja, dat heb je hier – vanwege het Hollands verleden! ) hebben we ontbeten met het uitzicht op een neushoorn. Bij ons gekookt eitje en kopje koffie waren we ook nog – onuitgenodigd – te gast bij een stel parende burchell-koekoeken, die ongetwijfeld ook wel een beschuitje met elkaar wilden nuttigen. Zo doen wij in het Krugerpark aan bird watching vanaf de ontbijttafel. Burchell-koekoek – op z’n Engels: Whitebrowed Coucal of op z’n Zuid-Afrikaans: Vleiloerie. Uit ‘Voëls van Suider-Afrika’: ’n algemene en wydverspreide standvoël, ’n groot, lomp voël van vleie, rivieroevers en digte bos bij water. Nes met eiers in in Februarie gevind. Vreet groot insekte, klein soogdiertjies, paddas, akkedisse en neskuikens. De vleiloere ontleent zijn naam aan ‘vleie’, dat moeras betekent. De Engelse naam ‘Jacobin Cuckoo’ wordt verteld met Jacobijnkoekoek.
De bijeneter is een prachtig kleurrijk vogeltje, dat onder meer in Zuid-Afrika als ‘byvreter’ overwintert. Zij is verwant aan de evenzo kleurrijke ijsvogels. De seksen zijn door hun gelijke gekleur niet te onderscheiden. Wereldwijd bestaan er 26 soorten, allemaal bijzonder gekleurde en slanke vogels. Hoewel zij niet voorkomen op de rode lijst van bedreigde diersoorten, staan bijeneters wel aan serieuze gevaren bloot, zoals de jaarlijkse trektocht en over enorme afstanden en in de wintergebieden worden zij belaagd en vaak afgeschoten door imkers. Deze kennis is ontleend aan Jeu Smeets.
Op Alle Vogels.nl is over vorkstaart drongo’s te lezen dat het zangvogels zijn: luidruchtige, actieve vogels, allemaal zwart en de meeste soorten met gevorkte staart. Het zijn echte insecteneters, hun jachtmethode is simpel. Ze zitten op een tak te wachten tot er een prooi voorbij komt. Deze vangen ze dan in de vlucht of ze duiken er bovenop op de grond. Ze jagen zo, omdat ze nogal korte pootjes hebben en daarmee lopen ze erg moeizaam.
Terug in het kamp komen we tot de ontdekking dat we bezoek hebben gehad van die o zo olijke meerkatten; alle bananen zijn verdwenen. Wat ons nog rest zijn de schillen en de lege doos. Maar we konden het hebben, ons humeur kon niet stuk na zo’n geweldige bird watching dag. Nog even voor alle duidelijkheid, “want sommige luitjes verwar die Hoephoep ( op z’n Hollands: de hop ) met een ander voëltjie: die Houtkapper ( op z’n Hollands: de kuifbaardvogel ondersoort van de specht )”. De hop is te herkennen aan het roodbruine verenkleed met een lange zwart gepunte kuif, die bij opwinding wordt opgezet. De verwarring zit ‘m vooral in de kuif, maar de houtkapper is onmiskenbaar geel met zwart, met rood en witte spikkels en een grote gele snavel. Het vrouwtje is minder opvallend van kleur. Ze zingen met een aanhoudende trilklank, dat als een gedempte wekker klinkt en soms langere tijd aanhoudt.
Krugerpark bird watching 6 februari 2012
Een nieuwe bird watching dag in het Krugerpark.
De glansspreeuw is een bekende Krugerpark bewoner. Deze vogels leven van vruchten en insecten, die overal in het park te vinden zijn. Je hoeft echt geen specialist in bird watching te zijn om deze vogels te ontdekken en te herkennen. Datzelfde geldt voor de wevertjes met hun typische nestbouw, die hier en daar in groten getale in bomen of boven het water aan het riet hangen. De mannetjes kwetteren zich schor, terwijl ze onder aan het nestje van links naar rechts slingeren en met hun vleugels te fladderen om een vrouwtje te lokken.
Tussen al dat kleurrijk gevogelte dook plotseling ook nog een Zwarte neushoorn op!! Een correctere benaming is ‘puntlip-neushoorn’. Uiterst zeldzaam. Voor een doorgewinterde Krugerganger als Marjo was het voor de tweede keer dat hij die in het vizier kreeg. De zwarte neushoorn heeft weinig vijanden. Soms valt een kalf ten prooi aan leeuwen of hyena’s. Desondanks worden ze met uitsterven bedreigd voornamelijk ten gevolge van stroperij, waarbij het te doen is om de hoorn. Die leveren op de zwarte markt goud geld op en worden gebruikt als grondstof voor vermeende geneesmiddelen op de Aziatische markt of als handvat voor dolken, zoals in Jemen en andere Arabische landen. Er leven er naar schatting nog zo’n 2400 neushoorns. Men probeert de soort nu te herintroduceren in nationaal park Augrabies. Vlak daarna, alsof eentje nog niet genoeg was: de volgende ZWARTE NEUSHOORN ditmaal een vrouwtje. Een prachtdier, ze kwam tot op zeven meter van de auto af. Misschien hing de lucht van het mannetje nog aan onze auto; neushoorns kunnen heel slecht zien, maar des te beter ruiken.
Krugerpark bird watching 7 februari 2012
Vanmorgen in de vroege ochtend een bush-walk gedaan en bird watching te voet. Een prima gelegenheid om de verrekijker weer ter hand te nemen. Daarbij was vooral aandacht voor allerlei kleine dieren, ( nou ja, klein? ) spinnen van wel tien centimeter! en vogels natuurlijk. In het struikgewas wemelt het van de vogeltjes. Ook hebben we olifanten en leeuwen – op min of meer veilige afstand – gehoord. In een rivierbedding lagen twee neushoorns te slapen, we zijn ze tot op 20 meter genaderd. Verder kwamen we tot de ontdekking, dat er ( op zijn minst ) twee soorten termieten bestaan.
Bird watching per lokatie; veel vogelsoorten zoeken hun eigen habitat op.
Veel vogels hebben een voorkeur voor een speciale habitat. De strandhoudende rivieren met aangrenzende dichte bossen vormen een populair leefgebied voor waterminnende vogels. Een andere groep vogels wordt naar de grote open vlakten noordelijk van Letaba en Shingwedzi gelokt.
Deze regio vormt vooral na regen een prima ‘jachtgebied’ voor vogelaars. Het struikgewas bij Mopani is afhankelijk van het seizoen meer of minder boeiend voor bird watching. Verder is er ook het moerasachtig gebied bij dammen voor riethanen, snippen en waadvogels.
Ooievaars zijn er in soorten en maten in het Krugerpark. Naast de ook bij ons bekende witte ooievaar is er onder meer de fraaie bontgekleurde zadelbekooievaar, de wolnek ooievaar en de kleinste soort; hamerkop ooievaar.
Als groep zijn de eenden niet erg sterk vertegenwoordigd in de Kruger wildtuin. Van de 17 inheemse soorten in Zuid-Afrika zijn er slechts zes regelmatig te zien in het Krugerpark, zes andere soorten zijn gelegenheidsbezoekers.
Veel eenden soorten vinden een bosrijke omgeving namelijk niet erg aantrekkelijk, zeker niet als er geen blijvende moerasgebieden zijn of als er door de vaak voorkomende droogte niet voldoende voedselrijk water te vinden is. Nonnetjes eenden – die in Nederland ‘boomeenden’ worden genoemd – zijn een stil en schuchter eendensoort, dat schaars voorkomt in het Krugerpark.
De Kohl gans is wel een algemeen voorkomende standvogel. Zij houden zich bij voorkeur op bij waterplassen en langs alle rivieren. Naar alle waarschijnlijkheid bouwen zij het hele jaar door hun nesten. Hun naam ontlenen zij aan hun zwart omrande ogen. Die ogen vertonen een gelijkenis met de ogen van Egyptenaren, die gewoon zijn hun oogleden met zwarte kohl te beschermen tegen het te felle zonlicht. Daarom worden deze ganzen ook wel Egyptische ganzen genoemd.
Onderweg kruiste een koedoe ons pad en ontwaarden we twee leeuwenoortjes in het savannegras. Een flinke olifanten bull in de musth, dat wil zeggen: een olifant, in een zodanig – door hormonale veranderingen tijdens de paartijd – opgewonden staat dat hij onberekenbaar en gevaarlijk wordt, volgde ons over de weg richting rustkamp. Deze keer waren we met een bull in de musth op je achterbumper! ….. twee minuten vóór sluitingstijd binnen!
Krugerpark bird watching 8 februari 2012
Tot slot is er nog een categorie vogels; de gevleugelde exemplaren die wat minder ‘vluchtig’ zijn bij bird watching en waar je in ieder geval meestentijds geen verrekijker voor nodig hebt.
De boskorhaan is in zijn broedgedrag een rare snoeshaan. Het mannetje haalt nogal wat capriolen uit om het vrouwtje te imponeren. Hij vliegt vroeg in het broedseizoen bijna 30 meter loodrecht omhoog om dan met kop naar omlaag naar beneden te tuimelen.
Parelhoendersof stippelkippen zijn fraaie hoenders, die heel decoratief de velden en de paden van het park sieren. Het gestippelde patroon komt vaak op aardewerk en linnengoed voor, dat in de parkwinkels te koop wordt aangeboden.
De zuidelijke grondhoornraaf of bromvoël in het Zuid-Afrikaans is ook zo’n fraaie vogel die je niet over het hoofd kunt zien. Ze leven vooral in groepen en bevechten hun eigen territorium. Zij planten zich erg langzaam voort.
De vol-struis is de grootste en zwaarste nog levende vogel en de snelste loopvogel ter wereld. Met wel 70 kilometer per uur over land compenseren ze aardig hun onvermogen om zich door te lucht te verplaatsen. Hun veren zijn tegenwoordig wel uit de mode, maar nu staat hier en daar struisvogelbiefstuk op het menu.
Birding in Kruger Nationaal Park
Met deze kleine greep uit het ongeveer 500 tellende vogelbestand van het Krugerpark is geprobeerd een aanzet gegeven tot bird watching van de enorme variëteit aan zang-, water- en loopvogels die de nationale wildtuin aan bird watching te bieden heeft. Zelf heb ik gebruik gemaakt van ‘Voëls van Suider-Afrika‘ die ’n omvattende oorsiglys bevat en samengesteld is door Kenneth Newman. Ik vermoed dat er ook veel te vinden is op de Nederlandse site: Alle Vogels.nl. In het hoofdmenu van deze site is een afdeling met ‘Vogels uit Afrika’ opgenomen.
Freds en Dolfs belangstelling voor de grote variëteit van de vogels in het Krugerpark vormt in ieder geval voor een luchtig tegenwicht aan de hoeveelheid macabere karkassen en kadaver-vreetpartijen van de laatste dagen. Hiermee komt ook enigszins het idyllisch karakter van het park in beeld. Dankzij het observatie-talent van deze bird-watchers zijn nu tenminste de vleiloerie, de bijeneter en de vorkstaart-drongo in the picture gekomen. Voor wie zich nog meer en uitgebreider wil laten informeren over Zuid-Afrikaanse vogels die kan terecht op de site van Ronald Kamphuis.
De grote droogte en de weeromslag met noodweer en overstromingen, die het park ongenadig teisterden, bepaalde voor een groot gedeelte deze zes weken. De reis voor Marjo – telkens 2 weken vergezeld door wisselend gezelschap – zit erop. Ook na zes weken blijkt hij nog steeds mateloos onverzadigbaar in zijn honger naar wild-life ervaringen: “Ik heb natuurlijk nog lang niet alles gezien………!”
De boys zullen moeten overschakelen naar de Lage Landen, waar DE ZESTIENDE ELFSTEDEN TOCHT momenteel het wereldnieuws vervangt. Zij zullen het tijdens hun bird watching in Zuid-Afrika moeten doen met het inlandse kraagijsvogeltje, dat daar blouvisvanger heet. Het temperatuurverschil tussen instappen in Johannesburg en uitstappen op Schiphol bedraagt momenteel 50 graden! Zij dienen hun borst dus nat te maken of liever gezegd: hun kraag op te zetten! Trek handschoenen aan en vergeet de Zuid Afrikaanse braai. Het wordt vanaf nu een gebreid petje met: KOUD HÉ ! en dampende boerenkoolstamp met rookworst.
P.s.
In een nagekomen bericht meldt Fred dat alle zwaluwen nog in Zuid-Afrika zijn. “Dus denken wij” sms-t hij, “dat de kou in Holland nog wel even kan duren.” En nu maar hopen dat de voorzitter van de Friesche Schaatsvereniging deze blog volgt! Of tenminste één van de ijsmeesters!
Met dank aan ornitholoog Gerard Kaal voor zijn professionele hulp op gebied van vogeldeterminatie.