Na een fantastische roadtrip langs de westkust van Marokko heeft uw blogger weer plaatsgenomen achter zijn laptop in Dorst. We hebben daarbij onder meer het nationale (vogel)park Souss Massa ten zuiden van Agadir en Essuira bezocht. Dieper naar het zuiden zijn we de Westelijke Sahara in getrokken. De verhalen daarover zijn ondertussen op de blog gepubliceerd.
Nu volgen we broerlief met zijn vrouw verder op hun reis door Sri Lanka. Marjo en Liesbeth worden daar immers druk in beslag genomen met het maken van filmopnames van een documentaire over lokale human-elephant conflicten. Hierbij een eerste samenvatting van de berichten van Liesbeth, waar mijn mailbox ondertussen aardig mee volgestroomd is.
Het filmen is begonnen. Op 5 december hebben we eerst in Bundala National Park gefilmd. Dit park ligt 245 km ten zuid-oosten van Colombo. Bundala is in 1969 aangewezen als een wildlife reservaat en werd in 1993 een nationaal park vanwege haar overwinteringsplaats voor de vele trekvogels. Een hoogtepunt daarbij vormen grote flamingo, die in enorme groepen migreren. Daarna zijn op verschillende plaatsen opnames gemaakt bij de ‘fence’. Dit is de afzetting die enkele jaren geleden met steun van de MHEF geplaatst is om ongewenst olifanten bezoek in dorpen en op boerenakkers te voorkómen. De volgende dag hebben we het Elephant Transit Home bezocht om daar ter plekke te filmen. Dat is de plaats waar verweesde of zieke olifanten tijdelijk opgevangen worden om er te kunnen aansterken alvorens zij weer in de vrije natuur kunnen worden teruggeplaatst en zich weer kunnen aansluiten bij een bestaande kudde in het wild. Omdat Jayantha met Sudath, zijn begeleider die ons steeds rondgereden hebben, naar Colombo zijn vertrokken hebben wij nu een vrije dag voor onszelf. Een mooie gelegenheid om Embilipitiya, de plaats waar we momenteel zitten, eens te verkennen. Drie en een half uur gelopen, waarbij ik wel honderden plaatjes had kunnen maken….
Zoveel drukte op het busstation, de markt en in de straten … met overal ambachtslieden langs de weg, waar we uitgebreid naar hebben staan kijken. Zelfs kogellagers worden nog met de hand gemaakt. Er zijn nog heel oude smederijen, horlogemakers en bakkerijen. Er is veel handwerk, ook op straat en alles wat nog enigszins bruikbaar is, wordt zorgvuldig gerepareerd. Het is geen weggooimaatschappij. Volop betel-nootverkopers ook, die vriendelijk lachen met hun oranje tandjes … De betel-noot is de vrucht van de betelpalm. Het is een geliefd, niet erg gezond en behoorlijk verslavend genotsmiddel, waar de lokale bevolking dol op is.
De couleur locale in Embilipitiya is boeiend en interessant. Er zijn in dit zuidelijk gelegen deel van Sri Lanka opvallend weinig toeristen te bespeuren. Ik zag alleen een Chinees en een paar backpackers op het overvolle busstation. Op dezelfde plek wordt ook de grootste markt van de stad gehouden. Het tijdschema, waarop de bussen rijden zal iedereen wel uit het hoofd kennen, want ik zie nergens een aanwijzing met vertrektijden naar de verschillende bestemmingen. De bussen zitten meestal tjokvol en er wordt in- en uitgestapt terwijl de bus nog rijdt. Dat levert soms chaotische taferelen, waar niemand zich aan lijkt te storen en waar vooralsnog ook geen orde in lijkt te gaan komen. Tussen de talloze marktstalletjes, waar naast kleding en sieraden vooral veel groenten, exotisch fruit en lokale snacks te koop worden aangeboden, lopen de koeien en de marktbezoekers, die overal vandaan komen, door elkaar. Daar tussen door scharrelen er vooral héél veel wilde hondjes op zoek naar voedselresten. Iedereen wil met ons praten, hoewel de bewoners hier nauwelijks Engels kunnen. Wel gaat het er gemoedelijk aan toe en is iedereen erg vriendelijk. Geweldig!
Ook in het hotel is men behulpzaam en erg vriendelijk. Het is een behoorlijk groot oud hotel, dat op dit moment wordt gerenoveerd. Gedeeltelijk is het al klaar. Momenteel zijn er erg weinig gasten. Van de gastvrije general manager krijg ik de gelegenheid om op zijn kantoor de mail te versturen. Op ons bed ligt een olifant, gevouwen van de handdoeken…. De jongen van de house keeping straalt, als ik hem daarover een compliment maak.
Deze dag zijn we al om acht uur op stap gegaan samen met Jayantha en Sudath om ‘schoolbooks’, dat zijn schriften, pennen en andere schoolbenodigdheden, naar de kinderen te brengen bij families waarvan de vader of de moeder is gedood door een ongeluk met een olifant.
Het is een schitterende rit door landelijk Sri Lanka. Zoals ik het me altijd herinner, met veel groen en kleine huisjes. Vaak zijn de wegen, hoewel erg smal, al wel geasfalteerd. Heel veel zien er nog uit als dertig jaar geleden. De vriendelijke bevolking en een stralend zonnetje maakt het allemaal heel lieflijk. Jayantha vertelt dat vorig jaar op ongeveer dezelfde tijd alles overstroomd was en onder water stond. Ook nu nog zijn er hier en daar ‘dipjes’ waar het water rijkelijk over de weg stroomt. Het is regentijd.
Om half twaalf komen we voor de filmopnames aan bij het Elephant Transit Home. Helaas, de dierenarts is er niet. Er wordt een interview met Jayantha gefilmd. Tegen de tijd dat de dierenarts, Vithja Parera, aankwam was het te laat om op pad te gaan, dit in verband met de lunch om één uur.
Dan wordt plan B maar uit de kast getrokken: filmopnames van de baby olifantjes in het meer vlak bij het opvangcentrum. De vier kleinste olifantjes worden dagelijks met twee verzorgers meegenomen het meer in om te baden. De olifantjes zijn dol op hun dagelijks bad en gaan vrolijk koppie onder, waarbij hun slurfje als snorkel dient. De dames van de filmploeg willen dit graag filmen en het liefst met Marjo als begeleider erbij. Eigenlijk wordt er nooit toestemming voor filmopnames gegeven, maar de dierenarts gaat toch overstag. Hij filmt zelf ook hoe Marjo spontaan uit de kleren stapt en blijmoedig te water gaat om met de jonge olifantjes te badderen. Toen hij ook nog – heel ongebruikelijk – de olifantjes melk mocht geven kon zijn dag niet meer stuk. Men is bij het Elephant Transit Home ook wel blij met de aandacht die het opvanghuis door de filmopnames gaat krijgen in het buitenland.
Ruim dertig jaar geleden deed Marjo dit ook in Pinnawala, het officiële door de regering opgezette olifantenweeshuis in het midden van Sri Lanka. Pinnawala dorp ligt 13 km ten noordoosten van Kegalle stad in Sabaragamuwa Province, tussen Colombo en Kandy. Maar daar waren toen slechts 8 olifanten terwijl er nu hier ongeveer 75 zijn. Nu mag hier alles voor de filmopnames en het goede doel: geld inzamelen voor een olifantenziekenhuis. Marjo genoot, maar ook de filmploeg die alles vastlegt is erg in hun sas met de beelden. Er worden schitterende filmopnames gemaakt waarbij veel aandacht is voor de mooie omgeving en de natuurlijke sfeer, waar de opgevangen olifanten in opgroeien. Hoewel volwassen wilde olifanten ook veel schade kunnen aanbrengen aan de landbouwgewassen van de boeren is men over het algemeen snel vertederd door kleine olifantjes. De Sri Lankezen hebben een lange traditie met natuurreservaten. De bevolking is in Sri Lanka erg zuinig op haar olifanten en olifantenzorg wordt erg gewaardeerd door brede lagen in de bevolking, ondanks dat zij er soms ook hele vervelende ervaringen mee hebben.
Daarna werd het tijd om naar het aangrenzende Udawalawe Park te gaan voor filmopnames. Het plan was dat eerst op zoek zouden gaan naar olifanten, die een halsband met gps-volgsysteem om de nek dragen. Klokslag half drie vertrekken Marjo en Vithja, de dierenarts, in open jeep met een ranger, die een geweer bij zich draagt. De filmploeg met chauffeur en ik volgen in een ander wagen, waarbij de meisjes bijna de hele tijd op het dak van de open jeep gezeten hebben om te filmen. Na enkele pogingen om olifanten met een soort antenne te traceren, zien we plotseling meerdere olifanten die enige jaren geleden in het transit home bleken te zijn grootgebracht. De dieren waren in die tijd los van elkaar en over verschillende jaren in het park vrij gelaten. De onderzoekers verwonderden zich erover dat deze olifanten elkaar ‘gevonden’ hadden en met elkaar een verrassen succesvolle familiegroep hadden gevormd. Ze vonden namelijk ook pasgeboren baby’s in de groep en dat is een teken dat ze een hechte sociale band hebben ontwikkeld en het leven in de natuur aankunnen.
Via een hobbelig weggetje reden we naar een rots, waar we onder toeziend oog van de ranger op mochten klimmen en zo een prachtig uitzicht hadden. Prima voor de opnamen van de filmploeg. Helaas waren de batterijen van de audio snel leeg en moeten er morgen nog shots over gedaan worden. Het gaat dus niet allemaal even vlot. Maar uiteindelijk waren we dik tevreden met de dikhuidenshots.
Ik heb geen olifantenhuid en ben weer gestoken door kleine vliegjes, die door de kleren heen kunnen prikken. Dat werd dus een fijne douche met dettol….en zo weer kakelfris. Marjo was ook blij met zijn schrobbeurtje na het zwemmen in het meer met de olifantjes.