Gorillageluk gedijt in Oeganda, één van de waterrijkste landen van Afrika. De Nijl en het uitgestrekte Victoriameer zorgen voor een vruchtbare bodem. Omdat het land hoog ligt, zo’n 1.000 meter boven de zeespiegel, is het er niet zo warm als in de rest van de tropen. Met gemiddelde temperaturen van 16 tot 26 graden vormt het een uitstekende leefomgeving voor de Afrikaanse mensapen.
Vorige maand juni reisde een select gezelschap af naar Afrika om daar met Marjo als begeleider op zoek te gaan naar chimpansees en gorillageluk in Oeganda. Of dat geluk voor hen te wachten stond tijdens die 14-daagse reis van Wereldcontact was bij vertrek nog maar de vraag.
De praktisch ondoordringbare tropische wouden van Centraal-Afrika, waar de bronnen van de Witte Nijl ontspringen, vormen idealiter gesproken een uitermate geschikte habitat voor de berggorilla’s van Oeganda. Het gorillageluk wordt echter ook bedreigd worden door verlies aan leefgebied, jacht en ziektes.
Er leven in Centraal-Afrika totaal ongeveer 880 berggorilla’s. Een groot en belangrijk aantal daarvan leeft in het door UNESCO geadopteerde Bwindi Impenetrable National Park. Het aantal gorilla’s wordt door rangers scherp in de gaten gehouden. Het zouden er volgens de laatste tellingen iets meer dan 320 zijn. In dit letterlijk ‘ondoordringbare’ woud slaat het Nederlands reisgezelschap uiteindelijk de tenten op om op zoek te gaan naar hun GORILLAGELUK.
Maar laten we bij het begin beginnen.
Samen met 6 medereizigers arriveren Marjo en Liesbeth 8 juni op de luchthaven van Entebbe. De volgende dag toert het gezelschap langs een bezienswaardige en indrukwekkende natuurroute naar Murchinson Falls. Hier wringt de machtige Witte Nijl zich tussen de rotsen door en stort zij zich explosief met wild geraas 40 meter naar beneden als de Murchinson watervallen. Al snel wordt de rivier hierna een kalme stroom, waarin nijlpaarden en krokodillen zich in groten getale ophouden en waar waterbokken en buffels aan de oevers grazen.
In de directe omgeving van de Paraa Safari Lodge, met uitzicht op de majestueuze watervallen, wordt een tocht ondernomen door het natuurreservaat waar onder meer leeuwen, luipaarden, olifanten, giraffen, buffels, hartenbeesten, chimpansees en de zeer zeldzame schoenbek-ooievaars huizen.
Een schoenbek-ooievaar is een ‘vreemde vogel’ om te zien. Hij doet zijn naam alle eer aan; met zijn reusachtige schoenvormige bek neemt hij gemakkelijk een vis te grazen.
Het is een grotendeels solitair levende en trage vogel. Hij kán vliegen en met zijn sterke vleugels kán hij na een paar sprongen zelfs verticaal opstijgen. Meestal staat hij onbeweeglijk stil, uitrustend en spiedend naar vis. Naast Oeganda komt hij ook in Ethiopië en Zambia voor.
In 1997 werd de totale populatie nog op zo’n 12 tot 15.000 geschat.
Het volgende hoogtepunt is het Kibale Forest National Park, een van de meest verbluffend mooie oerwouden in Oeganda en het thuisland van het grootste aantal primaten in Oost-Afrika met een grote kans op gorillageluk.
In dit beschermde natuurreservaat gaat het gezelschap welgemoed op pad om de daar rondslingerende chimpansees op te sporen.
De uitvalsbasis is Ndali Lodge, dat centraal in het Bunyaruguru kratermeer gebied ligt op de rand van een krater van een uitgebluste vulkaan. De inspanningen van de ruim 3 uur durende ‘wandeling’ door de jungle worden rijkelijk beloond. Het is een van de gebieden met de grootste verscheidenheid en de hoogste aantallen primaten in Afrika. Hier leven onder meer chimpansees, Zanzibarfranjeaapjes, de zeer zeldzame voorkomende l’hoechst’s meerkatten, verder leven er verschillende primaten, onder meer: zwart-witte colobus apen, kuifmangabey’s, roodstaart meerkatten, de kleine galago’s ook wel bushbaby’s genoemd – ze maken het geluid van huilende baby’s – en potto’s. Daarnaast huisvesten er olifanten, buffels, aardvarkens, duikers en vleermuizen, daartussen wemelt het van de reptielen en de amfibieën en dwarrelen er talloze kleurrijke vlinders tussen de meer dan 250 verschillende boomsoorten door. Een weergaloze natuurervaring.
De volgende overnachting is op een schiereiland midden in Queen Elizabeth National Park. Hier wordt de fraai gelegen Mweya safari Lodge omgeven door de Kazinga stroom, waar het goed toeven is. Elke kamer van deze luxueuze accommodatie heeft een adembenemend uitzicht op het meer en het achterliggende Wrenzori gebergte, ook bekend als ‘maangebergte’.
Het park staat tot ver buiten Oeganda bekend om zijn enorme wildlife populatie en om de grootste variëteit aan vogelsoorten van alle Afrikaanse parken. Het smeltwater van de Rwenzori Bergen draagt in belangrijke mate bij aan een van de meest uitgestrekte ecosystemen van Afrika. Twee grote meren, George en Edward, bevloeien samen met de verbindende Kazinga stroom de waterrijke omgeving. Langs de oevers van de meren leven duizenden nijlpaarden.
De open savanne op de oevers, hier en daar begroeid met acaciabomen en met karakteristieke euphorbiabomen, vormen een prachtig natuurlijk decor voor de rondtrekkende olifanten, leeuwen, luipaarden, de typisch Oegandese antilopen en de grote kuddes buffels. Verder wordt het gebied bewoond door chimpansees. Zij leven graag in dichte boomrijke oorden. Aan de waterkant is het een komen en gaan van reuzenwoudvarkens, waterbokken, topi’s of lierantilopen en hyena’s, die er regelmatig komen drinken en baden. Krokodillen liggen daar dan op te wachten.
Wat Jane Goodall is voor de chimpansees, is Dian Fossey voor de gorilla’s geweest. Met haar pionierswerk op het gebied van gorillagedrag en haar boek Gorilla’s in de Mist wist zij een miljoenenpubliek te bereiken en zo de aandacht op ‘menselijke’ kant van deze ‘levensgevaarlijke’ oerwoudbewoners te vestigen. Gorilla’s spreken bijna als geen ander dier zo tot de verbeelding dat ze in films vaak onderwerp zijn van griezelscenario’s waarin ze worden geportretteerd als gevaarlijke monsters. De ontsnapping op 18 mei 2007 ( de sensatiepers spreekt over een ‘uitbraak’) van Bokito heeft voor veel ophef in de nieuwsmedia gezorgd en de reuring daarover is in sommige kringen nog niet voorbij.
Voorafgaand aan de zoektocht naar de fameuze zilverrug gorilla’s krijgen de woudlopers een inleiding van een ervaren gids over do’s en don’ts tijdens de tracking. Bezoekers met een overdraagbare infectieziekten, zoals verkoudheid of buikloop dienen thuis te blijven. Om deel te nemen aan een gorillatracking dient men minstens 15 jaar oud te zijn. Deelnemers mogen niet of slechts met gedempte stem praten. Zij dienen dicht bij elkaar te blijven en niet in een kring om de dieren gaan staan. Om de leefwijze van de zilverruggen niet al te zeer te verstoren wordt de tijd om de dieren in hun natuurlijke habitat te observeren beperkt tot hooguit een uur.
Terwijl iedereen zich in Mahogy Springs zich opmaakt voor het grote avontuur, nemen inlandse verkenners voorafgaand aan de speurtocht naar de dieren poolshoogte waar de gorilla’s zich op dat moment bevinden; afhankelijk van waar zij de afgelopen nacht hun nesten hebben gebouwd. Gorilla’s blijven nooit lang op eenzelfde plek, ze bouwen hun nesten in de bomen soms maar voor enkele nachten.
In de vroege ochtend is de ongerepte natuur nog fris en op zijn mooist. Geuren, kleuren en geluiden … alles is anders. De verwachtingen zijn hoog gespannen en de tocht is afmattend. Het gaat nu eenmaal niet over een keurig aangelegde paden in een gemeenteplantsoen. Maar eenmaal oog in oog met een berggorilla in de natuur is alle ontbering vergeten. De nabijheid van deze dieren maakt een enorme indruk en laat bij de meeste bezoekers over het algemeen een levenslange herinnering achter. Dit is GORILLAGELUK.
Schuw blijken de dieren overigens allerminst in het volgende filmpje – opgenomen in een lodge – , dat en passant de vloer aanveegt met alle vooroordelen over het vermeende levensgevaarlijke karakter van de gorilla. De ( menselijke ) primaat, die onverwacht zoveel aandacht van de ‘kleintjes’ krijgt houdt zich wel aan één sociale belangrijke spelregel: hij richt zichzelf en ook zijn hoofd niet op. Zo verstoort hij de sociale rangorde niet. Het dominante gorilla-mannetje voelt zich niet bedreigd in zijn alpha-positie, de homo sapiens, uiteindelijk óók een primaat, evenmin.
De gorillafamilie, die zo nonchalant het kamp komt binnenwandelen is overigens dezelfde als die Marjo en Liesbeth met groep bezochten ’thuis’ in de jungle bezocht hebben. Het is dus en soort tegenbezoekje. Gezellig toch dat gorillageluk?
Het laatste verblijf tijdens de enerverende reis is het Mantana tentenkamp in het Lake Mburo National Park. Het uitzicht is opnieuw fantastisch, dit keer over het Mburo meer. In het waterrijke landschap bevinden zich uitgestrekte moerassen, waar zich grote groepen zebra’s, impala’s, elanden, topi’s en buffels ophouden.
Tenslotte nog enkele afbeeldingen van enkele van de uitermate gastvrije, vriendelijke en vaak verrassend vindingrijke bewoners van Oeganda. De behulpzame en kleurrijke bewoners van dit prachtige land zouden ernstig te kort gedaan worden wanneer zij niet in beeld gebracht werden.
Hiernaast fietst een Oegandese bewoners met zijn ecologische bouwmateriaal, dat mogelijk dient als dakbedekking of reparatiemateriaal voor zijn woning.
Extra aandacht verdient het Bigodi Vrouwen Project dat met een kantoor gehuisvest is in Bigodi trading centre. De vrouwen verkopen onder andere heel decoratieve handgemaakte matten, manden, tassen en sieraden. Tien procent van hun inkomsten gaat direct naar de lokale gemeenschap.
Door de jaren heen heeft de groep vrouwen ter plekke een kleuterschool opgericht en de weduwen, wezen, gehandicapten en andere minder bedeelden uit hun gemeenschap substantieel ondersteund en geholpen.
Met speciale dank aan Bertie, deelneemster aan deze reis, die deze foto’s uit haar privé collectie genereus ter beschikking heeft gesteld.