Het Hoedspruit bedreigde dieren centrum biedt al bijna 30 jaar onderdak aan bedreigde dieren.

Het is maandag 4 november en een behoorlijk warme dag. Zo’n graadje of 30.

We vonden het leuk om een keertje het Krugerpark uit te gaan naar Hoedspruit. Suus en Herman hadden van familie een paar tips gekregen, maar dat bleek uiteindelijk te ver te zijn. Punt is dat we op tijd terug moeten zijn in het rust kamp waar we verblijven, want de poorten sluiten onherroepelijk om half 7 in de avond.

Het Hoedspruit bedreigde dieren centrum biedt al bijna 30 jaar onderdak aan bedreigde dieren.

Tijdens het ontbijt besloten wij het Cheetah-centrum in Hoedspruit, als alternatief, te bezoeken. Het centrum ligt in de provincie Limpopo en is een non-profit organisatie voor bedreigde diersoorten, dat focust op conservatie van zeldzame, kwetsbare en zeldzame dieren.
Er wordt daar gefokt met cheetah’s, ook met wilde honden en er is een verweesd neushoorntje opgevangen, dat met de fles is groot gebracht. Na een ritje van twee en een half uur komen we aan. We krijgen eerst een prachtige voorlichtingsfilm te zien en rijden dan met een jeep door het park langs de cheetah’s en de andere dieren.

Het Hoedspruit bedreigde dieren centrum biedt al bijna 30 jaar onderdak aan bedreigde dieren.
De stichter is Lente Roode, die zich al op 6 jarige leeftijd ontfermde over haar eerste verweesde cheetah cub.

Het Hoedspruit bedreigde dieren centrum biedt al bijna 30 jaar onderdak aan bedreigde dieren.

In 1985 begon een project, aanvankelijk alleen op cheetahs gefocusd. Toen dit initiatief later kon uitbreiden met onder meer eeen dierenartspraktijk en andere faciliteiten werd in 2001 officieel het Hoedspruit Endangered Species Centre opgericht.
Met hulp van genereuze donaties en giften kon het instituut zich uiteindelijk definitief vestigenIn de loop van de tijd groeide het centrum uit tot een vooraanstaande organisatie op gebied van fokprogramma’s voor bedreigde dieren. Ondertussen is men zich ook bezig gaan houden met onderzoek naar de kwetsbaarheid van deze dieren en is het centrum een veilige haven voor allerlei verweesde dieren geworden.

Het volgende filmpje geeft een goede indruk van het centrum.

 

Heel indrukwekkend is de plaats waar slachtafval wordt neergegooid voor de gieren. Dat is het "vulture restaurant".

Heel indrukwekkend is de plaats waar slachtafval wordt neergegooid voor de gieren. Dat is het “vulture restaurant“. Er zitten dan ook ontzettend gieren veel en het stinkt er vreselijk. Het “gieren restaurant” is onderdeel van een programma om gieren te beschermen tegen boze boeren. De gieren gaan namelijk in de omgeving op zoek naar kadavers en zij houden zich daarbij niet aan privé grenzen of afscheidingen op een boeren erf. Die boeren schieten ze vervolgens zonder pardon af. Hier vinden de gieren alles waar ze gek op zijn en vallen ze de boeren minder lastig. Het is ingericht een soort afleidingsmanoeuvre. Uiteindelijk is dit beschermingsprogramma opgezet, omdat gieren erg nuttig zijn voor het ecosysteem. Het programma is ook onderdeel van een groter wetenschappelijk onderzoek. Daartoe worden de gieren ‘getagd’ om ze via GPS – op afstand – tijdens hun verplaatsingen te kunnen volgen. Ook onze A. de Gier – zie hiervoor de vorige blogaflevering – maakt deel uit van dit programma. De gieren zijn een onmisbare schakel in de levenscyclus van het wild-life op de savanne van Zuid-Afrika.

Nadat we gepicknickt hadden bij het cheeta-centrum – een beetje uit de buurt van het ‘gieren restaurant’ -, zijn we doorgereden naar het centrum van Hoedspruit stad. Hier was volop straathandel in beeldjes, schitterend kleurrijk Afrikaans handwerk en handbeschilderd textiel. Er was ook een mooie supermarkt, waar we nog even wat boodschappen hebben gedaan. Er was daar Wifi beschikbaar en Liesbeth en ik hebben daar gauw even gebruik van gemaakt. Om half 6 waren we weer thuis en Marjo vond het welletjes en ging niet meer naar de Nsemani dam. Dankzij Louis, Suus en Liesbeth hadden we weer een heerlijke maaltijd. Na het eten hebben we nog wat gekeuveld om vervolgens weer heerlijk onder de klamboe te gaan slapen.