Vandaag maken we kennen met enkele roofdieren in het wild. Vlak buiten het Mopani-kamp, waar we logeren, stoomt op weg naar Mooiplaas de Tsendze rivier. Daarin ligt een betonnen dammetje om de waterloop te reguleren in drogere tijden en om zo de linker en de rechterover met elkaar te verbinden zodat een overtocht voor het autoverkeer mogelijk is. Het is geen boogverbinding, om het natuurlijk landschappelijke niet te verstoren. De weg loopt er vlak en horizontaal overheen. Door de hevige regelval van de laatste paar dagen in het hoger gelegen deel van het park stroomt het rivierwater over het dammetje heen en zodoende dus ook over de weg. In dat laagje van ongeveer 10 cm. water spartelen regelmatig vette bruine forellen om hun tocht stroomopwaarts voort te kunnen zetten.
En uitgerekend daar ligt – heel strategisch – een sluwe en vraatzuchtige krokodil op de loer, een bekende onder de roofdieren. Een stevige knaap van ongeveer 30 jaar en meer dan 5 meter lang. Moddervet, als die al is, ligt hij lui te wachten tot de hartige hapjes dartel en niets vermoedend over de hindernis heen spartelen. Mister Croco ziet er geen enkel moreel bezwaar in, om wreed in te grijpen in de de idylle van de argeloze vissen. Wanneer een flinke forel in de buurt van zijn glinsterende, imposante rij tanden komt dan hoeft hij allen maar zijn grote bek open en dicht te klappen en is het visje de pineut. Het motto is hier simpel: Eten en gegeten worden!
Met deze lunch-techniek van Mr. Croco komt tevens het ( overigens geringe ) verkeer over de dam tot stilstand. Met als gevolg: filevorming in het Krugerpark! Vanwege het schitterende ( wrede maar natuurlijke ) schouwspel maakt niemand bezwaar tegen het oponthoud – behalve misschien iemand, die om culinaire redenen ook gek is op bruine forel en deze versnapering voor zijn ogen verschalkt ziet worden door Mr. Croco. Een nijlkrokodil van ongeveer 5 meter lang en een gewicht van zo’n van duizend kilo, die in de vrije natuur een forel van 8 pond verslindt is een behoorlijk geweldig spektakel.
Even na de middag rijden we nog een keer het kamp uit voor een korte tour – Marjo is niet te stoppen – en vóór we goed en wel de poort uit zijn zien we verschillende wagens langs de weg stil staan. Op het asfalt wandelen geheel ontspannen en op hun gemak ‘de heren van de wildernis’, de koningen van de jungle. Twee volwassen leeuwen in topconditie met geweldig bos manen trekken ieders aandacht. Mijn associatie met een circusact is volledig misplaatst. Het zijn echt roofdieren in het wild en imponeren echt! De roofdieren flaneren als koningen over de savanne en alsof ze de jungle in hun zak hebben – en in feite is dat natuurlijk ook zo – en ze laten zich ook vooral niet ophouden om gefilmd te worden. Voor ze in de bush verdwijnen, kan ik nog net een glimp van ze opvangen…….