Krugerpark gravel roads

De Krugerpark gravel roads zijn de meest interessante wegen. Je zou het de toeristische routes kunnen noemen, maar uiteindelijk zijn alle wegen in het Krugerpark dat, ook de asfaltwegen. Krugerpark gravel roads lopen kris-kras door het park met alles bijeen een geschatte lengte van zo’n 2.000 km. Deze wegen, waarop je niet harder dan 20 à 15 km/uur rijdt, leiden je over bruggetjes en dammen en brengen je naar de meest afgelegen plekken. Op de asfaltwegen geldt een maximum snelheid van 50 km/uur, op de niet verharde Krugerpark gravel roads wordt je geacht niet harder dan 40 km/uur te rijden. De conditie van deze laatste is vaak vanwege de kuilen en plassen van dien aard dat je dat niet eens haalt. Vanaf kamp Shingwedzi naar kamp loopt een asfaltweg van ruim 170 km lang over respectievelijk over de H1-6, de H1-5 en de H1-4 . Van het noorden naar het zuiden wisselen de landschappen onderling sterk en passeer je achtereenvolgens kamp Mopani, Letaba en Olifants. Ondanks dat de asfaltweg sneller is dan de Krugerpark gravel roads, is het een hele dag rijden, maar – who cares? – het is een fantastische omgeving, aan beide kanten van de weg.

Marjo zit in een kantoor van SANPARKS ( South African National Parks ) achter de computer van Gordon Ramsden en doet verslag.

Krugerpark anti-tropers-team

langs Krugerpark gravel roads

Het is de hele rit rustig en het is heerlijk om hier rond te toeren. We zien een flink aantal gieren hoog in de lucht cirkelen. Vaak is er dan ‘iets’ gaande op de begane grond. Een kreupel of stervend dier ergens in de bush trekt dan meestal de aandacht van de vliegende brigade aas-eters. We turen met onze verrekijkers de wijde omgeving af, maar er valt niets te bespeuren. Dan zien we plotseling een 6-tal rangers langs de weg lopen. Ze zijn van het anti-stopers-team en komen ook op het signaal af dat de gieren in de lucht afgeven. Er is kennelijk ‘iets meer’ aan de hand! Het is altijd een beetje een vreemd gezicht om mensen in het Krugerpark te voet zien gaan. De rangers van dit speciale team zijn altijd op hun hoede; het kan alweer zomaar een neushoorn zijn, die van zijn hoorn ontdaan is en door stropers als kadaver achtergelaten is. Dit keer is het een olifant, die een natuurlijke dood gestorven is. Een hele opluchting voor hen. Gelukkig dat er geen neushoorn gestroopt is en gelukkig dat er geen stropers bij betrokken zijn, want dan is schietpartij waar doden bij vallen geen uitzondering. De rangers vertellen ons dat er onlangs weer stropers gesignaleerd zijn. 

Vanmorgen werd via de radio bekend gemaakt dat 2012, voor wat betreft stroperij, weer een triest hoogtepunt kende. Afgelopen jaar werden er alleen al in Zuid Afrika 651 neushoorns gedood vanwege hun hoorn. Dit jaar – nauwelijks een week oud – kent al weer twee slachtoffers, waarvan één in het Krugerpark. Ik weet dat het een vreselijk onderwerp is, maar die criminele activiteiten verzwijgen, kan ook niet.

de hop

langs Krugerpark gravel roads - hop Kruger - 9 oktober 2012 001Hop-per de hop, nu iets vrolijker. In het Satara-kamp zien we nu al voor de vierde keer een hop, een prachtige oranje-kleurige vogel met een enorme dito kuif. Echt een vogel waar je vrolijk van wordt. Hij is niet erg streek gebonden, ik kom hem ook in de Balkan tegen en tegenwoordig is die ook – zij het zelden – te zien in een Nederlands decor. Het is echt een ‘nomade’, die in verschillende werelddelen voorkomt. Ook in Egypte is het een bekende, een wereldreiziger dus. En daar heb ik dan wat mee.
In het Zuid-Afrikaans heet hij ‘hoephoep’ en wordt beschreven als: ’n algemene en wydverspreide standvoël wat tijdens September-Februarie nesmaak. Hierdie welbekende voël met sy kuifkop en kaneelkleurige verekleed word ook maklik tydens sy stadige, golwende vlug aan sy swart-en-wit vlerke herken wat hom soos ’n groot, fladderende vlinder laat lyk. Soek insekte deur rustig rond te loop en sy lang, krom snawel hier en daar in die grond te steek. Benewens insekte vreet hy ook klein paddatjies, akkedisse en slangetjies.

Krugerpark onverwachte encounters

Dan tegen de avond, zien we een bekende van Henny. Een honingdas! Hij gaat ’s avonds op zoek naar etensresten in de vuilnisbakken, die op het terras van de buitenkeukens staan. Henny weet daar alles van! Zie daarvoor De vleermuizen nacht in Skukuza.
Dan schiet er tijdens onze avondwandeling razendsnel ineens een ondefinieerbaar iets voorbij. In een razendsnelle vaart vliegt ‘het’ de bush in. Dan veel gesis en geblaas! Het blijken 2 Afrikaanse boskatten, die elkaars territorium onderling bestrijden. Ze staan zeker vijf minuten tegen elkaar te blazen …. tijd genoeg voor een mooie foto te schieten. Dat is me nooit eerder gelukt met Afrikaanse boskatten.

Vandaag gaan via Krugerpark gravel roads op  weg naar Nsemani dam, zo’n 10 kilometer van Satara. Hier zien we het Kruger, zoals we dat het liefste zien: als een PARADIJS. In één blik zien we bavianen, koedoe’s, impala’s, zebra’s, gnoes, kafferbuffels, giraffen, maraboe’s in de bomen en diverse kleinere vogels ….. en alsof dat nog niet genoeg is 2 kilometer verder bij de dam een aantal nijlpaarden in het water en vijf olifantbullen die een bad nemen, tenslotte – als klap op de vuurpijl – komt er een olifanten familie van 24 dieren aan met 3 baby olifantjes, zo groot als onze kleine baby in Amersfoort. Vraag me dus niet of ik het nog naar mijn zin heb ……… HET IS HIER FANTASTISCH !!!!!!!!!!!