Mooiplaas
Mooiplaas is een mooie plek om afscheid te nemen van het Kruger natuurreservaat. Voor Louis ( Wiet voor familie ), Hennie, Herman en Suus zit hun 14-daags verblijf in het Krugerpark er op. Op bijgaande foto geniet Hennie, onze trouwe Zuid-Afrika correspondent nog even van het fraaie panorama bij Mooiplaas. Uit haar nijvere pen vloeide bijna dagelijks een nauwkeurig en boeiend verslag van hun reisbelevingen en interessante informatie over het dierenleven in de jungle. Dat heeft geresulteerd in deze en elf hier aan voorafgaande leuke blogafleveringen.
Het is zaterdag 9 november. Het einde van onze vakantie begint nu te naderen. Aanvankelijk wilden we niet meer op pad gaan. We willen morgen graag uitgerust aan de terugreis beginnen en we hadden immers tot ieders voldoening al veel gezien. Toch wist Marjo ons weer over te halen. Vooruit dan maar…,op voorwaarde dat we rond 1 uur terug zouden zijn. Het werd echter iets later wegens een onverwacht spannend avontuur, dat we achteraf bezien niet zouden hebben willen missen.
We waren naar ‘Mooiplaas’ gegaan om koffie te drinken op de picknickplaats. Liesbeth was even naar het toilet gegaan en toen ze terugkwam, zag ze op een kleine afstand van ons een olifant staan. Suus en ik stonden meteen in de startblokken om terug naar de auto te gaan. Maar dat mocht niet van Marjo. We konden het best zo rustig mogelijk blijven staan, want als de olifant geïrriteerd zou raken kon hij zomaar op je afkomen!!!
De olifant naderde de picknickplaats van Mooiplaas steeds verder en op een gegeven moment was hij hooguit 5 meter van ons verwijderd, dat is in olifantentaal nauwelijks 2 passen. De bewaker van de picknickplaats legde uit voorzorg een stok klaar, maar ging daarna doodgemoedereerd verder met vogels spotten. Wij hielden onze adem in. Gelukkig draaide de olifant zich na verloop van tijd om en liep terug de struiken in. Al met al liepen we hierdoor een half uur uit op ons schema.
Venda vrouwen
Toen we thuis aan het lunchen waren, naderde ons een groepje zeer kleurrijk geklede vrouwen. We hoorden dat zij tot de Venda-stam behoren. Zij spreken ook hun eigen Venda-taal, die sterk verschilt van alle andere gesproken talen in Zuid-Afrika. Officieel worden er 11 talen gesproken in Zuid-Afrika. Volgens een telling in 2011 spreekt maar 9,6% Engels als eerste taal. We vroegen beleefd of we een foto van ze mochten maken en dat vonden ze leuk. Ze gingen er zelfs voor staan en ze trakteerden ons spontaan op dansen. De Venda-stam bewoonde in de tijd van de apartheid hun ‘bantustan’ in het noorden van Zuid Afrika, op de grens met Zimbabwe. Het gebied is nu deel van de Zuid-Afrikaanse provincie Limpopo, waar ook het Krugerpark gedeeltelijk in ligt. Een ‘Bantustan’ ook bekend als Bantu-thuisland of simpelweg ‘thuisland‘ was een speciaal gebied – eigenlijk een territorium – bedoeld voor de zwarte bewoners van Zuid Afrika en Zuid West Afrika, het huidige Namibië. Het idee van de ‘bandustan’ is destijds ingesteld door het Apartheids Regime als een van de vele discriminatie maatregels om rassenongelijkheid ook geografisch tot uitdrukking te brengen.
Van Tjeerd de Wit ontving ik een interessante aanvulling op de achtergrond van de Venda-stam. Hij merkt op dat de Venda’s, volgens Tudor Parfitt, Professor in Oosterse en Afrikaanse studies aan de Universiteit van Londen, samen met de Lembas van Zimbabwe onder meer wortels in het Jodendom schijnen te hebben.
Over het Apartheids Regime schrijft hij:
“En de grote architect van dat rare Apartheid Regime was de nog wel in Nederland ( in Friesland, geloof ik ) geboren Hendrik Verwoerd. Doodgeschoten in het Parlement door Tsafendas in 1966. Henk van Woerden beschrijft een en ander uit die schrijnende periode uitstekend in “Een mond vol glas“. Mensen van alle nationaliteiten bedenken de zotste dingen en Verwoerd zal wel – zonder cynisch te willen zijn – niet de laatste zijn.“
Het kan nog net in dit verslag, want zometeen ga ik dit verzenden. Het is het laatste verslag vanuit Zuid-Afrika. De bedoeling is, dat we straks nog even gaan zwemmen en dan moeten de koffers worden ingepakt. Morgen brengen Marjo en Liesbeth ons na de middag naar Phalaborwa. Vandaaruit gaan we met een klein vliegtuigje naar Johannesburg. Om in Phalaborwa te komen, moeten we nog 80 km door het Krugerpark. Dan komen we weer in de mensenwereld terecht en is het uit met de rust. We zullen nog heel vaak terugdenken aan deze bijzondere vakantie, in het bijzonder aan Mooiplaas.