Vandaag zijn we op weg naar Shingwedzi.

foto: Femke Roos, januari 2011

Vandaag zijn we op weg naar Shingwedzi, het kamp ligt 65 km ten noorden van Mopani. Het is op Punda Maria na het meest noordelijk gelegen kamp. Het is 11 november, dus volop voorjaar hier maar het is nu bewolkt en fris. Het landschap biedt een trieste aanblik; veel dode en afgebrande, zwart geblakerde bomen en takken. Deze lopen misschien wel weer een keertje uit, maar nu staan ze er kaaltjes bij. Er staan veel kale skeletten van bomen in het Krugerpark, die niet meer uitlopen. Dat zijn ‘ontvelde’ bomen. Olifanten hebben de bast en de schors ervan op gegeten en dan is een boom ten dode opgeschreven, want door de bast stromen de levenssappen van de boom. Door hun grillige vormen zie die bizarre staketsels toch vaak erg fraai uit in het landschap. Maar vandaag is er geen zon en dan is het toch somber. Daarbij is het heel rustig op de weg, weinig auto’s. Ook in de kampen is het rustig, in ons straatje zijn we de enige gasten. Het vakantieseizoen is duidelijk nog niet aangebroken. Daarbij ligt Shingwedzi erg noordelijk in het Krugerpark, dat betekent: ver af – meer dan 250 km – van Skukuza, waar de meeste dagtoeristen en busreis-gezelschappen rondtoeren. 

We zien veel schildpadden op de weg, het heeft weer geregend en dan mijden zij het drassige zand en komen ze drinken van de plasjes water, die op de asfaltweg achter blijven. Verder zien we steenbokjes, waterbokken, buffels en nijlpaarden in de Shingwedzi-rivier.

Overal laten zich verder eekhoorntjes zien, soms van heel dichtbij, zoals bij ons huisje waar ze op voedsel azen.

Overal laten zich verder eekhoorntjes zien, soms van heel dichtbij, zoals bij ons huisje waar ze op voedsel azen. Dit kleine wild is altijd erg leuk. Hoog in de lucht ontwaren we een vliegende zadelbekooievaar en op de weg bij Shingwedzi zien we een groep spelende bavianen. Later op de dag bezoeken we Christa, een Krugerpark medewerkster die we al jaren kennen. De eerste ontmoeting gaat steevast gepaard met een hartelijke begroeting over en weer. Ze vindt het erg leuk om ons te zien. En dat is wederzijds.
Onderweg zien we veel “stille getuigen” van de overstroming van het vorige jaar. Positief is dat alle huizen nu voorzien zijn van nieuwe bedden, tafels en stoelen. Ook het restaurant, de winkel en het kantoor zijn geheel vernieuwd. Dat er zijn heel weinig gasten in de huisjes zijn, vertelde ik al. Ook op de camping staat slechts één tent en één caravan. Het geheel geeft een verlaten indruk. Al met al een beetje triestig. Meer kan ik er momenteel niet van maken, misschien ben ik al te lang van huis weg. Marjo blijft gelukkig ongehinderd genieten van alles wat met het leven in het Krugerpark te maken heeft.

Op weg naar huis zien we nog vier grote olifantstieren met elkaar een strijd aangaan bij de drinkplaats, mooie tanden, dat weer wel. Iets verder op staan twee zebra’s met ieder een jong………een leuk gezicht. De zon laat zich niet meer zien, dus snel een vest aan en een kopje warme thee.