Shipandane night hide
Op weg naar de Shipandane night hide rijden we om half zes kamp Mopani uit, beladen met olielampjes, zaklantaarns, proviand en extra dekens, die we niet nodig blijken te hebben in ons nachtverblijf. De Shipandane night hide ligt ligt, hemelsbreed, vijf kilometer van het Mopani kamp af. Zoals alle hides in het Krugerpark, kijkt ook Shipandane night hide uit op een waterpartij. Hier is het de Tsendze rivier. We moeten een smal dammetje over. Aan de overkant van het dammetje grazen een aantal zebra’s op een helling die begroeid is met fraaie succulent-achtige bomen. Acht of negen nijlpaarden liggen genoeglijk in het water te knorren, aan de kant paraderen watervogels. Ons nieuwe onderkomen is simpel met een enkele bank voor een smalle uitkijk-spleet ingericht. Knus. Wanneer we de opgeklapte bedden naar beneden laten, wacht ons meteen al een verrassing. Ietwat schichtig wandelt een bushbaby over een lage plafondbalk. Een bushbaby is het kleinste apensoort dat er bestaat. Niet groter dan een marmot. Kleine kraaloogjes kijken ons verschrikt en nieuwsgierig aan. Vlug duikt hij tussen de houten latten weg met een wollig staartje, zo groot als een pink, achter zich aan.
sleeping with the hippo’s
Even later worden de matrassen voor de nacht afgeleverd We blijven alleen achter. Alleen in de bush, met knorrende nijlpaarden, watervogels, de zebra’s die nu buiten ons blikveld grazen en – ongetwijfeld – krokodillen, die we nog niet hebben kunnen bespeuren. Het is een vreemde gewaarwording: na sluitingstijd buiten het veilig afgesloten rustkamp te zijn – op onszelf aangewezen -midden in de wildernis. De Shipandane night hide aan de Tsendze is geschikt voor 8 personen. Er is een kleine, omheinde binnenplaats met een braai en een toilet. Geen elektriciteit.
een nacht in de jungle van Krugerpark
Het wordt snel donker in de shipandane night hide en we steken buiten de braai in lichterlaaie, alleen al voor het vuur en het licht. Weldra zitten we, met lange schaduwen achter ons, aan de aardappelsalade met braadworst. ‘Veilig’, achter een omheining, waar zelfs een tam konijn met gemak door heen breekt, bevinden we ons midden in de bush. Heel ver weg klinkt leeuwen gebrul. We kijken elkaar aan. Dit is dus ‘going wild’ in het echt … Marjo inspecteert de omheining van bezemstelen. ‘Het olifantenverblijf bij ons in dierenpark Amersfoort moet aan de de strengste veiligheidseisen voldoen. Daar zijn gigantische staal- en betonconstructies voor nodig en hier midden in de wildernis voldoet een veredeld tuinhekje?!’ vraagt hij zich verbaasd af. Het heeft er naar alle waarschijnlijkheid mee te maken, dat hier de dieren hun volledige vrijheid van bewegen hebben en iets wat niet te eten is, gewoon laten staan en met rust laten. Verder stellen we heldhaftig vast dat alle dieren bang zijn voor vuur. Dat is algemeen bekend. En zelfverzekerd we poken de braai nog maar even op.
Nu wordt het nacht. Een stikdonkere Afrikaanse nacht zonder ‘lichtvervuiling’ , waarin er steeds meer sterren aan het firmament gaan flonkeren. Na enige tijd lijkt het zwerk op een zwart fluwelen hemelmantel bezaaid met oplichtende diamanten. Langs de waterkant, waar de nijlpaarden plonzen en spetteren, lichten vuurvliegjes op. Lichtgevende libellen trekken groene en blauwe strepen door de duisternis. Pure magie! Betoverd door de Afrikaanse nacht, genieten we in stille bewondering van de magische stilte en stellen ons wild dansende maskers voor, diep in een Afrikaans oerwoud. Nog vóórdat onze fantasie helemaal op hol slaat, worden we door de realiteit tot de orde van de dag geroepen. Het momentum van betovering slaat om, wanneer we op directe gehoorsafstand geritsel en gekraak menen te signaleren. Even later is het weer stil. Dood stil. Vast de wind of een opvliegende vogel, stellen we elkaar wederzijds gerust, terwijl we allebei beter weten. Het is immers windstil en vogels slapen ’s nachts. Het gekraak keert terug. Is het dichterbij? Nee, hoor, sussen we onze wilde fantasie weer, in de nacht draagt geluid altijd ver! We turen met de zaklantaarn tussen de bezemstelen.
olifant op bezoek in de nacht
Om half vijf strooit de zon voorzichtig haar rozerode stralen in de hide. Hier heeft de ochtendstond hier geen goud, maar puur platina in de mond. Met vogelgeluiden brengt de roze dageraad de natuur tot nieuw leven en al snel baadt de bush in een zee van warm, helder zonlicht.