Op de terugweg van de Mlondozi dam naar ons Afrikaans stulpje in Mopani komen we op de Capricorn Loop oog in oog met deze enorme olifantstier. Mister Jumbo in giga-formaat zat bijna bij ons in de auto………..
Het is allemaal wel weer goed gegaan, maar zó dichtbij is altijd weer even spannend, zeker wanneer het zo’n reuze bull is. De olifantenpopulatie op zich in het Krugerpark is ook gigantisch. Hier en daar is dat zelfs een probleem voor de vegetatie vanwege hun niets ontziende eetlust ervoor. Een dag later doemde er weer onverwacht zo’n enorme bul op voor onze auto. Hij wandelde rustig langs en week niet van zijn pad. Meteen daarna passeerden een tweede en een derde dikhuid. Heel bedaard liepen ze in een koddige ganzenpas onverstoorbaar achter elkaar aan. Dé gelegenheid voor een plaatje van maar liefst drie paar marcherende olifantenbillen! Dat is iedere keer weer een ontmoeting met een totaal andere wereld, fascinerend en eigenlijk ook heel raadselachtig om te zien hoe deze dikhuiden overleven in de wildernis.
Vrijdag 15 november zijn we op weg gegaan naar de Tropic of Capricorn Loop, een onverharde weg die min of meer parallel loop met de westelijk gelegen asfalt weg langs Mopani kamp. De weg kruist de Steenbokskeerkring, waarnaar de weg is genoemd. De Capricorn Loop is een recht traject dat vlak langs Tihongonyeni – waterplaats – loopt.
Hier werd ‘de gouden regel van Kruger’ weer eens bevestigd: Er is geen gouden regel. Het is een route ongeveer 20 km ten noorden van Mopani en deze staat bekend als rijk aan allerlei soorten groot wild en andere dieren. Misschien zijn er wel veel, maar nu wij er zijn lieten ze zich in ieder geval niet zien. Een dag later maken we dezelfde rit over de Capricorn Loop. Nu worden we op onze wenken bediend: achtereenvolgens krijgen we hoornraven te zien, vervolgens een grote trap en daarna zagen we op dezelfde tijd en op dezelfde plaats als vrijdag kuddes zebra’s, gnoes, lierantilopen, koereigers en een secretarisvogel in de vlucht.
Al die dieren komen op het water in de aangelegde watertank bij Mooiplaas af, zeker nu er vanwege de drogere periode weinig regenwater gevallen is en waterstand in de natuurlijke waterpoelen laag is. Verscholen achter de watertank liggen – nauwelijks zichtbaar vanuit de auto – een paar leeuwen te slapen in de schaduw. Eerst zien we alleen een kop. Dan verschijnt er een olifant ten tonele verscheen en blijken er vier te liggen. Ze staan onmiddellijk – volgens de regels van de jungle hiërarchie – op om weg te wandelen. Olifanten en leeuwen zijn absoluut geen vrienden van elkaar. De andere hoefdieren krijgen dan ook de leeuwen in de smiezen en stuiven in volle vaart weg om na enkele tientallen meters verbaasd achter zich te kijken. Wij hadden inmiddels geconstateerd dat de leeuwen hun dikke buiken al volgevreten hadden en dus niet echt meer op jacht naar nieuwe prooi waren. Ze lagen rustig uit te buiken in de schaduw van de watertank, waarbij hun rust door de olifanten onaangenaam verstoord werd. Bij Mooiplaas komen we verder nog een kudde van enkele honderden buffels tegen en daarmee meer dan tevreden, rijden we via de Capricorn Loop terug naar huis.
Terug in het kamp zorgt een verfrissende duik in het zwembad ook nu weer voor aangename afwisseling en een lekkere ontspanning. We spoelen alle stof transpiratie heerlijk van onze warme lijven. Er spartelen een aantal Zuid-Afrikaanse kinderen in het water. Marjo man het niet laten zich als badmeester op te werpen. Hij geeft zwemles. Er zitten al vlug enkele giechelende Afrikaanse dames en sportieve jonge knapen in zijn zwemklasje. Er is veel belangstelling voor; iedere dag komt er wel een nieuwe leerling bij, kennelijk wordt het doorverteld dat er een ‘witte meneer’ iedereen aan het zwemmen leren is. Marjo is in zijn schik met zijn nieuwe bijbaantje als badman. In ieder kamp van het Krugerpark is wel een zwembad te vinden, dus Marjo hoeft zich niet in te houden met zijn vrijwilligers-ambitie. Er zijn overal in het Krugerpark vast wel aspirant zwemleerlingen te vinden.
In een internetcafé in Hazyview zie ik eindelijk kans om de zich opstapelende berichten de lucht in te sturen. In het Krugerpark is niet overal WiFi-verbinding, momenteel is dat alleen nog in kamp Skukuza mogelijk. Buiten de kampen is er verder nauwelijks tot geen gsm-bereik.
Na de middagpauze werden we verrast door enkele leeuwen, twee mannen en twee vrouwen met welpen. De mannen kregen we goed in beeld, de leeuwinnen met hun kroost lagen nogal verscholen in het hoge gras.
De volgende dag hebben we opnieuw de Capricorn Loop gereden met Wendy. Zij werkt als receptioniste in het kamp en is, zoals de meeste lokale medewerkers, nooit verder gekomen dan de balie van de receptie. Direct bij het verlaten van het kamp zien we al snel een heel grote kudde olifanten met ook een baby van enkele dagen. Op de voorgrond kudu’s, zebra’s en waterbokken. Echt een een paradijslijk Kruger tafereel. Verder hebben we nu de eerste jonge impala’s gespot. Het is voorjaar en dan is er veel nieuwe aanwas. Bij de drinkplaats lagen nog steeds de vier leeuwen achter de watertank. We zagen ook twee secretarisvogels op een nest op de top van een zes meter hoge boom. Bij de watertank van Mooiplaas zijn zes bullen aan het drinken, zebra’s en een enorme kudde buffels. Een vruchtbaar rondje, alleszins de moeite waard. Wendy is onder de indruk van zoveel wild en dan ook nog om zo direct op ‘het gevaar’ af te gaan. Wow! De lokale bevolking snapt al die buitenlanders niet, die veel geld uitgeven om al die gevaarlijke dieren op te gaan zoeken. Zelf rijden zij er met een grote boog om heen.
Marjo geeft vanmiddag de laatste zwemles, want morgen gaan we naar ons volgende kamp Lower Sabie.
Op 17 november begint de ochtend met badende olifanten aan Sunsetdam, krokodillen, nijlpaarden en een veel watervogels.
Vervolgens komen er twee keer cheetah’s op ons pad. Eerst bij Crocodilebridge, een moeder met twee kinderen en later twee mannen onder een boom op de heenweg naar Mlondozi! Heel bijzonder om die twee – het zijn waarschijnlijk broers uit hetzelfde nest – zo in een open omgeving te zien. Meestal sluipen ze op jacht naar prooi zo ‘onzichtbaar’ mogelijk door het hoge savannegras. Het zijn prachtdieren, met koninklijke allure, maar beslist niet voor de poes. Ze komen naast in Afrika ook nog voor in Iran. Het zijn de snelste viervoeters op aarde en halen – weliswaar voor heel korte tijd – wel 110 km per uur. Het zijn vooral specialisten op de korte, zeer snelle sprint. Ze zijn slank, flexibel en gespierd gebouwd, prachtig om ze in actie te zien met hun ongekend snelle en soepele motoriek. Omdat ze hun sprint niet zo lang vol kunnen houden, gaan ze met tweeën of drieën, meestal uit hetzelfde nest, op jacht en wisselen ze elkaar af in de achtervolging. Toch ontspringen de veel wendbaardere impala’s nog verrassend vaak de dans, zij kunnen haakse bochten maken, waarbij de snelle cheetah’s achterblijven.
Verder ongewoon veel héél kleine olifantjes deze keer en neushoorns in de schaduw onder een boom. Ook zijn er vandaag veel bavianen op pad net als giraffen en rondstruinende struisvogels.
Naast ons huis zitten groene fruitduiven in de boom.
Er staat ook een wilde vijgen boom. Daar komen ’s avonds veel grote vleermuizen op af. Gelukkig zitten ze niet bij ons in huis. Na een nacht met veel onweer, bliksemflitsen, gedonder en regen – het kan hier flink te keer gaan – zijn we op bezoek geweest bij Truus en Arend in Merloth park. Het is altijd weer leuk om bij hen te zijn en te zien en te horen dat zij het nog steeds prima naar hun zin hebben in Afrika. Ze wonen er sinds oktober nu een jaar en hebben nog geen dag spijt gehad van hun vertrek uit Nederland.