Vandaag staat Maholoholo op het programma, een opvangcentrum voor wildlife, dat zo’n 60 km vanaf Orpen gate buiten het Krugerpark ligt. Tegenover de tragiek van overstromingen en criminaliteit van illegale stroperijen vormen de activiteiten van Moholoholo een positief tegenwicht. Dit is een centrum dat zich bezig houdt met de opvang van wild-life, waarvoor de ‘struggle for life’ in de jungle te zwaar is. De dieren die niet zouden overleven zonder de hulp en de steun van mensenhanden. ‘Moholoholo’ is Afrikaans voor ‘The Very Great One’, ‘Die Zeer Grote Eenling’  een mooi en liefdevol beeld dat slaat op het gewonde en verweesde dier in de wildernis. Dit Rehabilitation Centre for Wild-Life zet zich in voor die ‘ene zeer bijzondere eenling’.

Het centrum is in 1991 opgericht door de zakenman Mr. Strijdon met de hulp van Brian Jones, die al op jonge leeftijd betrokken was bij de opvang van gewonde en verweesde dieren. Er worden door de ouders verlate baby neushoorns opgevangen en leeuwen, jachtluipaarden of panters, die aangereden zijn door auto’s. Soms gaat het om dieren, die vergiftigd zijn omdat zij overlast bezorgen. Enkele dieren, die niet meer teruggezet kunnen worden in de natuur, zijn permanente bewoners van het opvangcentrum geworden.

Moholoholo heeft voor de bewustwording van het belang van wild-life preservation een belangrijke educatieve taak. - Marjo Kruger 2012 739Moholoholo heeft voor de bewustwording van het belang van wild-life preservation een belangrijke educatieve taak. Rangers helpen probleem-dieren, die ongewenst zijn in een omgeving waar veel mensen wonen en verjaagd worden uit dorpen. De bewoners buiten de stedelijke gebieden leven in stammenverband in een landelijke omgeving. Zij voorzien meestal in hun onderhoud door middel van landbouw. De locale boeren schieten op het wild, dat hun gewassen en hun vee bedreigt. De Moholoholo-rangers helpen bij het transporteren van deze ongewenste dieren naar een natuurlijke omgeving om hun overlevingskansen te vergroten. Sommige dieren, zoals luipaarden, worden getagd met gps-banden om hen te kunnen ‘volgen’ in de vrije natuur. Zo kan er actie ondernomen worden wanneer zij in de buurt van dorpen komen. Ook is er in het opvangcentrum een fokprogramma opgezet voor servals, een middelgrote katachtige, die op de Afrikaanse savanne voorkomt. Ook worden en roofvogels opgevangen, die soms met vergiftigd aas door de bevolking verzwakt en ziek zijn. Verder is er ook nog een volgprogramma voor verschillende soorten gieren.

De foto’s uit het volgende filmpje zijn deels gemaakt door Fred – herkenbaar aan de vele vogels – en deels door Marjo, tijdens hun bezoek aan het wildlife reservaat. De lied dat de Zuid Afrikaanse a capella groep Ladysmith Black Mombaza op de achtergroond zingt heet: Thalasa dat is Zulu voor I miss my home, I miss my farm.